Verkeersveiligheid is een wereldwijd probleem. Om dit probleem op te lossen, of op zijn minst in omvang te laten afnemen moeten er maatregelen genomen worden. Een hulpmiddel voor het nemen van maatregelen is wetenschappelijk onderzoek. Een voorbeeld hiervan is onderzoek op bestaande ongevallendata. Een grondige en correcte analyse van de ongevalgegevens draagt bij tot een correcte aanpak om zo tot een verbeterde verkeersveiligheid te komen. Tijdens het analyseren van ongevalgegevens wordt er vaak met geaggregeerde gegevens gewerkt. De literatuurstudie toont aan dat het modifiable areal unit problem (MAUP) een invloed uitoefent op resultaten wanneer men werkt met geaggregeerde gegevens. Het resultaat hiervan is dat uitkomsten van statistische analyses van data van verschillende schalen of verschillende zoneringen een ander resultaat kunnen opleveren. Het doel van deze masterproef is een antwoord vinden op de kernvraag: “Wat is de rol van het MAUP bij het toepassen van ruimtelijke analyses op verkeersongevalgegevens op verschillende geografische niveaus?”. Bij gebrek aan bestaand onderzoek zijn er globale en lokale ruimtelijke analyses uitgevoerd op ongevalgegevens voor Vlaanderen. Er werd gebruik gemaakt van drie datasets en vijf verschillende geografische niveaus. Uit de resultaten van de analyses blijkt dat de globale Moran’s I en Geary’s C een antwoord geven op de vraag: is er een ruimtelijk patroon? De lokale Moran’s I beantwoordt de vraag: waar zijn de ruimtelijke patronen? Deze toont waar zones ruimtelijk clusteren en waar zones significant verschillen van hun buren. Wanneer men de aanwezigheid van cold of hot spots wilt na gaan kan men gebruik maken van de globale General G. Om te weten waar er significante hot spots en significante cold spots zijn maakt men gebruik van de lokale General G. Zowel in de resultaten van de globale als in deze van de lokale ruimtelijke analyses zijn er bewijzen van het schaal- en zoneringseffect. Hierdoor dient men bij het vergelijken van resultaten of ruwe cijfers deze twee effecten in het achterhoofd te houden. Het is daarom belangrijk altijd goed na te gaan wat men juist wil vergelijken. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een gemeente ten opzichte van de andere gemeenten uit zijn politiezone een laag aantal doden heeft. Wanneer men deze gemeente echter vergelijkt met het gemiddeld aantal ongevallen van de gemeenten uit het arrondissement kan de gemeente plots een gemiddeld aantal doden hebben. In vergelijking met het gemiddeld aantal doden per gemeente in Vlaanderen kan het zelfs zijn dat deze gemeente ruim boven het gemiddeld aantal doden per gemeente scoort. (Author/publisher)
Abstract