Veel steden worstelen met hun bereikbaarheidsproblematiek. Ondanks pogingen tot een uitgekiendere ruimtelijke ordening en het doorontwikkelingen van alternatieven (openbaar vervoer, fiets) blijft de auto daarin een hoofdrol spelen. Belangrijke vragen die beantwoord moeten worden zijn dan ook: in welke mate en hoe kunnen we de autostromen geleiden en verwerken van, naar en in de stad? Wat betekenen de maatregelen qua inpasbaarheid binnen de bestaande stedelijke omgeving? Welke eisen moeten we dan stellen aan duurzame veiligheid en omgevingskwaliteit? Heeft het tegemoetkomen aan verkeersprognoses (maatschappelijke) bovengrenzen? Hoe betrekken we de bevolking in dit proces? Binnen het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (gvvp) van Leeuwarden speelt de uitbouw van de Stadsring in het bestaand stedelijk gebied een essentiële rol binnen het uitgezette beleid. Rond het vaststellingstraject van het gvvp zijn veel vragen ontstaan over de haalbaarheid en de kwaliteit van de plannen. Daarom is mede op initiatief van betrokken bewonersorganisaties een verkenning verricht naar de mogelijke uitvoering van een dergelijke verkeersmaatregel. Met oog voor zowel de noodzakelijke uitbreiding van de verkeerscapaciteit, als de kwaliteit van de direct leefomgeving zijn voor twee voorbeeldwegvakken verschillende ruimtelijke scenario’s uitgewerkt en gepresenteerd. De uitwerkingen werpen de vraag op of er grenzen zijn aan het ‘oprekken’ van het verkeerssysteem. (Author/publisher)
Abstract