Verkeersongevallen met kinderen : literatuurstudie omtrent de verkeersonveiligheid van (school)kinderen, alsmede de invloed van woon- en schoolomgeving en de route van en naar school.

Author(s)
Vis, A.A.
Year
Abstract

Een beleid gericht op verlaging van de verkeersonveiligheid van een bepaalde bevolkingsgroep heeft gegevens nodig omtrent de mate van de onveiligheid, zowel van de betrokken groep als van de rest van de bevolking. Op basis van ongevallengegevens — voorzover mogelijk gerelateerd aan overeenkomstige bevolkingsgroepen — is een beeld geschetst van de omvang en aard van het probleem "ongevallen met kinderen uit de schoolgaande leeftijd". Globale keuze van dit type ongevallen als aandachtsgebied bleek gerechtvaardigd. Door verzameling van gegevens over omstandigheden waaronder ongevallen met kinderen plaatsvinden is getracht een nadere beschrijving van het aandachtsgebied te geven. Voor bepaling van het risico van jeugdigen in het verkeer — zowel op zichzelf als ter vergelijking met andere leeftijdsgroepen — bestaat behoefte de ongevalscijfers te relateren aan een bepaalde expositiemaat. Om hierover een indruk te krijgen is gebruik gemaakt van gegevens uit het buitenland, omdat dergelijke gegevens in ons land vooralsnog ontbreken. Terughoudendheid is bij toepassing van die elders gevonden resultaten op de situatie in ons land geboden, temeer daar bij nadere analyse van de genoemde gegevens bleek dat verscheidene expositiematen en weegfactoren werden gehanteerd, waardoor de resultaten moeilijk vergelijkbaar waren. Onderlinge verschillen waren daardoor niet of slechts ten dele te verklaren. Géén twijfel bestaat er ten aanzien van de opvatting dat slechts een deel van de totale expositie van kinderen (en eveneens een ongeveer evenredig deel van de ongevallen) kan worden toegeschreven aan de schoolroutes. Kennis over werkelijke ongevalsoorzaken blijkt nog nauwelijks beschikbaar. Ontwikkelde maatregelen blijken globaal van educatieve of structurele aard. Bij de eerste wordt de vekeerssituatie als uitgangspunt genomen waardoor de jeugdige verkeersdeelnemer zo goed mogelijk zou moeten worden uitgerust, terwijl de tweede groep de jeugdige verkeersdeelnemers met al z'n beperkingen, als gegeven wordt beschouwd waar het verkeersbeeld zoveel mogelijk dient te worden aangepast. In de praktijk is in plaats van deze zwart-wit situatie meestal spraken van een compromis: "het ene doen, het andere niet laten". Elders voorgenomen, aanbevolen of reeds genomen maatregelen zijn besproken. Daarbij deed zich vaak het probleem voor dat bepaling van het effect door middel van een evaluatiesituatie niet uitvoerbaar bleek, ondermeer omdat veel maatregelen kleinschalig en lokaal gebonden waren waardoor de gebruikelijke onveiligheidsmaten — ongevallen en de gevolgen daarvan — ontoereikend zijn. Alternatieve onveiligheidsindicatoren — o.a. conflictobservatie methoden — maar ook wat meer subjectieve indicatoren zoals "verkeersbeleving" zijn (nog) niet operationeel. (Author/publisher)

Publication

Library number
821600 ST [electronic version only]
Source

Leidschendam, Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV, 1982, 111 p., 90 ref.

SWOV publication

This is a publication by SWOV, or that SWOV has contributed to.