Wegontwerp in tunnels : convergentie- en divergentiepunten in en nabij tunnels, Versie 1.1.

Author(s)
Broeren, P.T.W.
Year
Abstract

In dit onderzoek staat de volgende vraag centraal: Hoe kan het invoegen en uitvoegen in en nabij tunnels veilig plaatsvinden? Daarbij is het belangrijk om te bepalen in welke situaties en onder welke voorwaarden invoegen, uitvoegen en weven in of nabij tunnels verantwoord is. Hierbij is alleen gekeken naar tunnels in autosnelwegen. In deze studie is op basis van het verkeersafwikkelingproces bepaald welke minimale afstand tussen een convergentie- of divergentiepunt en de tunnelingang of -uitgang aangehouden moet worden. Daarbij zijn alle typen convergentie- en divergentiepunten beschouwd, zowel in, voor als na de tunnel. De minimale afstanden zijn samengesteld uit de combinatie van de turbulentieafstand van een convergentie- of divergentiepunt en de afstand waarbinnen de weggebruikers gefixeerd zijn op de tunnelingang of de afstand die weggebruikers nodig hebben om te wennen aan de overgang van licht naar donker (of vice versa). (Author/publisher)

Request publication

2 + 1 =
Solve this simple math problem and enter the result. E.g. for 1+3, enter 4.

Publication

Library number
20111371 ST [electronic version only]
Source

Apeldoorn, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Bouwdienst Rijkswaterstaat, Steunpunt Tunnelveiligheid, 2008, 127 p., 12 ref.; 141234/CE8/034/003002

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.