Zelfrijdende auto's : verkenning van implicaties op het ontwerp van wegen. Rapport in opdracht van Kennisplatform CROW en Rijkswaterstaat, WVL.

Author(s)
Morsink, P. Klem, E. Wilmink, I. & Kievit, M. de
Year
Abstract

De ontwikkelingen rondom zelfrijdende auto’s (ZRA’s) gaan snel. Vanuit verschillende invalshoeken wordt onderzoek gedaan naar de ZRA en worden praktijkpilots georganiseerd, in Nederland en de ons omringende landen. Vrijwel alle autofabrikanten bieden auto’s met vergaande vormen van rijtaakondersteuning aan, die ook als semi-zelfrijdende auto’s worden aangeduid. Dit is een onomkeerbaar proces. Het aandeel auto’s met bijvoorbeeld Adaptive Cruise Control (ACC) en Lane Keeping (LKS) systemen, en de combinatie daarvan, in de huidige voertuigvloot is weliswaar nog niet zo hoog, maar neemt wel geleidelijk toe en naar verwachting met een steeds hoger tempo. De verwachting is dat met slimmere voertuigen een aantal huidige verkeersproblemen opgelost kan worden. Dat is voor Nederland mede aanleiding om koploper te willen zijn op het gebied van slimme mobiliteit. Daarvoor zijn wel stappen nodig op het gebied van wet- en regelgeving, samenwerking tussen betrokken stakeholders, en digitale en fysieke infrastructuur. Bij digitale infrastructuur gaat het om verkeers- en ICT systemen voor verkeersinformatie en verkeersmanagement. De fysieke infrastructuur, het centrale thema in dit rapport, betreft het ontwerp en de inrichting van wegen. Er is meer inzicht en kennis nodig over de implicaties van de ZRA op het wegontwerp. De behoefte aan kennis kan samengevat worden in de onderstaande twee vragen, die inhoudelijk van aard zijn, maar ook ingaan op de rol van wegbeheerders in het reageren op of het stimuleren van de ontwikkeling van ZRA’s: - Welke keuzes in vormgeving en inrichting kunnen er al gemaakt worden, vooruitlopend op de komst van de ZRA (anticiperend, door in lopende aanlegprojecten, die 40-50 jaar meegaan, al rekening te houden met deze ontwikkelingen) - Met welke aanpassingen kan de fysieke infrastructuur toekomstbestendig worden gemaakt om de opkomst van de ZRA zo goed mogelijk te ondersteunen (faciliterend, door bijvoorbeeld in aanbestedingen rekening te houden met nieuwe technologische ontwikkelingen)) Om te starten met de beantwoording van de bovenstaande vragen hebben CROW en RWS-WVL aan Royal HaskoningDHV & TNO gevraagd een verkenning uit te voeren. Deze verkenning moet ten eerste inzicht geven in de wederkerige relaties tussen de ZRA en ontwerpelementen: hoe beïnvloedt wegontwerp het rijden met een ZRA, en wat heeft een ZRA nodig om optimaal over de weg te rijden? Vanuit het perspectief van verkeersveiligheid, doorstroming, rijcomfort, ruimtegebruik en kosten. En hoe verschilt dit voor verschillende automatiseringsniveaus van de ZRA. Door de verschillen tussen ZRA en niet-ZRA in beeld te brengen kunnen de effecten op de ontwerprichtlijnen worden bepaald. Vanuit die relaties volgen kennisvragen: vragen die dieper ingaan op de relaties tussen ZRA en ontwerpelementen. Samen vormen deze vragen een ontwikkelagenda. Het gefaseerd uitwerken van deze ontwikkelagenda levert antwoorden op de vragen, en daarmee kunnen dan uiteindelijk goede keuzes gemaakt worden in het ontwerp en inrichting van de weginfrastructuur. De doelstelling van dit project is daarmee als volgt gedefinieerd: het opstellen van een ontwikkelagenda waarin wordt aangegeven in welke richting onderzoek zinvol is om de ontwikkeling van ZRA’s en wegontwerp op elkaar af te stemmen. Daarbij wordt ook een eerste aanzet voor prioritering gedaan. Hoe de onderzoeksvragen precies moeten worden ingevuld is een uitwerkingsslag die geen onderdeel uitmaakt van dit project. Om tot de ontwikkelagenda te komen, is een aantal stappen doorlopen, die in chronologische volgorde in dit rapport worden beschreven: - Eerst zijn de uitgangspunten voor het opstellen van de ontwikkelagenda beschreven (hoofdstuk 2). Er wordt een toelichting gegeven op verschillende automatiseringsniveaus van ZRA’s (het SAE kader) en voertuig- en wegtypen die in deze verkenning worden betrokken. Ook wordt aangegeven welk kader is gebruikt voor het inventariseren van de relaties tussen wegontwerp en ZRA’s en de daarvan afgeleide kennisvragen. - Vervolgens worden de relaties beschreven tussen ontwerpelementen en ZRA’s, als resultaat van de inventarisatie door experts uit het Royal HaskoningDHV/TNO projectteam, en de daarop volgende toetsing door een bredere groep experts in het LEF future center van Rijkswaterstaat (hoofdstuk 3). - Hoofdstuk 4 beschrijft de ontwikkelagenda met daarin de belangrijkste kennisvragen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in wegtypen en in de situatie van alleen maar 100% automatische voertuigen (SAE niveau 5) en de situatie van een mix van voertuigen met verschillende automatiseringsniveaus. De nadruk ligt op de ontwerp gerelateerde vragen, maar er worden ook afgeleide vragen benoemd die relevant zijn voor de bredere Kennisagenda ZRA die vanuit het Ministerie van I&M en Rijkswaterstaat wordt opgezet - Het rapport wordt afgesloten met het overzicht van de belangrijkste conclusies en de doorkijk naar vervolgactiviteiten om de ontwikkelagenda tot uitvoering te laten komen (hoofdstuk 5). Hierin worden de ontwikkelvragen benoemd die geschikt zijn om op korte termijn op te pakken. Ook worden maatregelen benoemd die nu al uitgevoerd of voorbereid kunnen worden, omdat ze passen bij het beleids- en uitvoeringskader van wegbeheerders en in lijn liggen met de voordelen, mogelijkheden en voorziene ontwikkelingstappen van ZRA’s (no-regret maatregelen). (Author/publisher)

Publication

Library number
20170009 ST [electronic version only]
Source

Delft, TNO Innovation for Life / Amersfoort, Haskoning, 2016, III + 42 p., 24 ref.; T&PBE6132R001D03

Our collection

This publication is one of our other publications, and part of our extensive collection of road safety literature, that also includes the SWOV publications.