The road network in the Netherlands is constructed according to the principle of functional network structure. This is based on two main traffic functions of roads: flow and access (residence). In the first case, the motorized traffic (usually over longer distances) travels under fast, efficient and safe conditions. In the second case, the road provides access to homes, stores, offices, companies etc. for all types of traffic. A third (additional) function for a road is connecting roads with a flow function and roads with an access function. It is of great importance to road safety that each road has only one function: mono-functionality.
Het Nederlandse wegennet is opgebouwd volgens het principe van de functionele netwerkopbouw. Dit betekent dat een netwerk in de eerste plaats onderscheid maakt tussen een verblijfsfunctie (bedoeld om te kunnen verblijven zonder verplaatsingsoogmerk) en een verkeersfunctie (bedoeld voor de afwikkeling van verkeer). Verder wordt onderscheid gemaakt tussen de verkeerskundige functies ‘stromen’ en ‘uitwisselen’. Bij stromen heeft het verkeer geen interactie met de omgeving; bij uitwisselen is er juist wel interactie met de omgeving en zijn er abrupte manoeuvres. Stromen en uitwisselen gaan niet veilig samen en moeten volgens Duurzaam Veilig dus strikt gescheiden gehouden worden (mono-functionaliteit). Op wegen in een gebied met een verblijfsfunctie vindt uitsluitend uitwisseling plaats; op wegen met een verkeersfunctie stroomt het verkeer op de wegvakken en is er uitwisseling op kruispunten.