Als we de positie van Nederland voor de belangrijkste vervoerswijzen van de verkeersdoden vergelijken met de vijf Europese landen met het laagste mortaliteit (zie de vraag Hoe verhoudt het aantal verkeersdoden in Nederland zich tot die in andere landen? ), dan zien we dat Nederland relatief goed presteert waar het gaat om motorrijders en voetgangers, maar onderaan staat waar het gaat om brom- en snorfietsers en fietsers.
Afbeelding 5. Aantal verkeersdoden per vervoerswijze per miljoen inwoners voor de top 5-landen en Nederland. Gemiddelde over 2015-2018 (Noorwegen: 2014-2017). Bronnen: CBS en CARE (doden), Eurostat (bevolking), geraadpleegd oktober 2020.
Het is op dit moment niet duidelijk waarom de mortaliteit van brom- en snorfietsers in Nederland hoger is dan die in de andere goed presterende landen. Er zijn verschillende redenen denkbaar, zoals verschillen in aantallen brom- en snorfietsen, in het aantal gereden kilometers, in type gebruik (bijvoorbeeld binnen of buiten de kom), in regelgeving (bijvoorbeeld plaats op de weg, ontbreken van een helmplicht voor snorfietsers), of in soort gebruikers (bijvoorbeeld kinderen, ouderen).
Zoals te zien in Afbeelding 5 is de mortaliteit van fietsers in Nederland beduidend hoger dan die in de andere goed presterende landen. Ook wanneer we de mortaliteit van fietsers vergelijken met die in een groter aantal landen, bevindt Nederland zich helemaal onderaan.
Afbeelding 6. Aantal fietsdoden per miljoen inwoners, gemiddeld over 2015-2018 (Noorwegen 2014-2017). Bronnen: CBS en CARE (doden) en Eurostat (bevolking), geraadpleegd oktober 2020.
In Nederland hebben fietsers een groot aandeel in de verkeersonveiligheid: in 2019 was bijna een derde van de verkeersdoden een fietser (zie de SWOV-factsheet Verkeersdoden in Nederland ). Een deel van de verklaring van de slechte positie van Nederland afgemeten aan de mortaliteit is, dat in Nederland veel meer wordt gefietst dan in de meeste andere Europese landen. Wanneer we corrigeren voor het aantal gereden fietskilometers, dan is de positie van Nederland iets gunstiger: plaats 6 van de 10 landen waarvoor deze informatie beschikbaar en vergelijkbaar is. Waarom landen als Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Zweden en België dan alsnog beter presteren dan Nederland, is op basis van de ons beschikbare gegevens niet eenduidig vast te stellen. Mogelijk spelen verschillen in de gemiddelde leeftijd van fietsers en in helmgebruik hierbij een rol.
Afbeelding 7. Aantal fietsdoden per miljard gefietste kilometers (gemiddelde 2015-2018, Noorwegen 2014-2017). Bronnen: CBS en CARE (doden), ETSC (fietskilometers [2]). Daarnaast zijn ook gegevens over fietsmobiliteit aangeleverd door Noorwegen, Duitsland en Zwitserland.