Afleiding door de mobiele telefoon of andere in-car systemen, maar ook afleiding door leeftijdsgenoten als passagiers in de auto, leidt bij jongeren tot een verhoogd risico op ongevallen. Zie de SWOV-factsheet Afleiding in het verkeer voor meer informatie over afleiding in het verkeer in het algemeen.
Jongeren hebben een inherente nieuwsgierigheid voor nieuwe prikkels [19], moeite om de aandacht te richten op prikkels in het verkeer die op dat moment het meest relevant zijn en een nog niet goed ontwikkeld vermogen om impulsieve reacties te onderdrukken (zie de vraag Waarom hebben jonge automobilisten een hoger ongevalsrisico?). Dit uit zich onder andere in meer afleiding door mobiele telefoons en andere media. Jongere Amerikaanse automobilisten (16-29 jaar) zijn vaker bezig met activiteiten die hen kunnen afleiden, ze appen bijvoorbeeld vaker achter het stuur (3,3 % van de rijtijd) dan automobilisten van 30 tot 65 jaar (1,1% van de rijtijd) [34]. Uit onderzoek waarin automobilisten van verschillende leeftijdsgroepen met elkaar worden vergeleken, blijkt dat het bedienen van een scherm (om bijvoorbeeld te appen, op internet te zoeken of een telefoonnummer in te toetsen), of het reiken naar een object binnen de eigen auto, de kans op een ongeval voor alle automobilisten in alle leeftijdscategorieën verhoogt [34] [35] [36]. In tegenstelling tot oudere automobilisten, hebben jongere automobilisten echter ook een hogere kans op een ongeval als ze met jonge passagiers in de auto zitten [16] [34] [37] [38] [39] of als ze telefoneren tijdens het autorijden [34] [37]. Als er een volwassen passagier in de auto zit, daalt het risico op ongevallen van jonge automobilisten juist ten opzichte van rijden zonder passagier [39] [40]