Analyse van ernstige verkeersongevallen in Zeeland in 2006 en beleidsaanbevelingen

Onderzoek in opdracht van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zeeland
Auteur(s)
Davidse, Drs. R.J.; Aarts, dr. L.T.; Stipdonk, drs. H.L.
Jaar
In 2006 is het aantal verkeersdoden in Zeeland plotseling gestegen ten opzichte van de jaren daarvoor. Naar aanleiding van deze stijging heeft het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zeeland (ROVZ) de SWOV verzocht om op basis van de beschikbare gegevens te analyseren hoe dit heeft kunnen gebeuren, en om op basis hiervan beleidsaanbevelingen te doen. Er zijn twee typen analyses uitgevoerd. De eerste is een analyse op basis van de ongevallenregistratie zoals die te vinden is in het bestand BRON van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV). Het tweede type analyse is een diepteanalyse aan de hand van de ingevulde politieregistratieformulieren en processen-verbaal van de ernstige ongevallen in Zeeland in 2006. In de ongevallenanalyse is ten eerste onderzocht in hoeverre de uitschieter van het aantal verkeersdoden in 2006 aan een toevallige samenloop van omstandigheden kan worden toegeschreven. Hieruit blijkt dat het zeker mogelijk is dat er iets bijzonders aan de hand is geweest, maar dat hoeft niet het geval te zijn geweest. Het aantal ziekenhuisgewonden in 2006 wijkt niet opvallend af van de trend over de jaren. Een relatief grote stijging in verkeersdoden heeft zich voorgedaan bij een aantal specifieke groepen, waaronder fietsers, automobilisten, en vrouwen. Verder blijkt de ongunstige ontwikkeling in 2006 niet 'typisch Zeeuws' te zijn. Weliswaar wijkt deze af van het landelijke totaalbeeld, er zijn echter diverse andere provincies en kaderwetgebieden waar het aantal verkeersdoden in 2006 ook is gestegen, na een aantal jaren van daling. Voor een duurzame veiligheid is het niet vanzelfsprekend om het verkeersveiligheidsbeleid te richten op de specifieke groepen ongevallen of slachtoffers waarin zich in een enkel jaar een stijging voordoet. Het kan zijn dat die groepen ook zonder specifiek beleid een volgend jaar weer zijn geslonken. Het is beter verdedigbaar om beleid te baseren op het ontstaan en verloop van de belangrijkste typen ongevallen. Daarom is een diepteanalyse uitgevoerd op de ernstige verkeersongevallen in Zeeland uit 2006 met het oog op aanknopingspunten voor beleid. In de diepteanalyse zijn 281 ongevallen onderzocht. De ongevallen zijn bestudeerd door allereerst een globale analyse uit te voeren om te bepalen welke ongevalstypen (wat betreft ontstaan en verloop) het meest voorkomen en welke verkeersdeelnemers daarbij betrokken waren. Vervolgens is voor de belangrijkste ongevalstypen nagegaan hoe ze zijn verlopen: welke factoren hebben bijgedragen aan het ontstaan van dit type ongeval en waarom hebben de betrokken verkeersdeelnemers niet ingegrepen? De twee meest voorkomende typen ernstige ongevallen in Zeeland zijn die waarbij een verkeersdeelnemer de controle over het voertuig verliest (30%) en die waarbij geen doorgang of voorrang wordt verleend aan een medeweggebruiker (25%). Ongevallen van het eerstgenoemde type zijn het ernstigst: 18% van deze ongevallen heeft een dodelijke afloop. Dit type ongevallen vindt meestal buiten de bebouwde kom plaats, zowel op rechte wegvakken als in bochten. Ongevallen waarbij geen doorgang/voorrang wordt verleend vinden vrijwel uitsluitend plaats op kruisingen, en ongeveer even vaak binnen als buiten de bebouwde kom. De belangrijkste reden waarom verkeersdeelnemers geen voorrang of doorgang hebben verleend is dat de andere partij niet was opgemerkt. Voor dit type ongevallen is ook vrij duidelijk waarom de andere partij niet was opgemerkt (onder andere zicht belemmerd, niet gekeken, op iets anders gelet). Dit geldt niet voor de ongevallen waarbij een bestuurder de controle over het voertuig verloor. De directe aanleiding voor het controleverlies was slechts voor twee derde van de ongevallen vast te stellen. Bij deze ongevallen verloor de bestuurder de controle doordat hij in de berm raakte, doordat hij in slaap was gevallen of door een medische oorzaak, door de toestand van het wegdek, of door een (te) hoge snelheid in de bocht. Bij de overige een derde van de ongevallen ontbrak de informatie die nodig was om de oorzaak met zekerheid vast te stellen. De beleidsaanbevelingen zijn gebaseerd op de diepteanalyse van de meest voorkomende ongevalstypen (wat betreft ontstaan en verloop). Op deze manier zijn ze gericht op de belangrijkste ongevalsoorzaken en -processen van ernstige ongevallen. Daarnaast zijn ze toch ook gericht op de specifieke groepen ongevallen en slachtoffers die in 2006 zijn toegenomen, aangezien deze verspreid blijken voor te komen over de ongevalstypen die nader geanalyseerd zijn in de diepteanalyse. De aanbevelingen bieden daarmee handvatten om de kans op voortzetting van de situatie in 2006 te reduceren. Effectieve maatregelen die de regio kan treffen liggen vooral op het vlak van de infrastructuur, lokale regelgeving, handhaving, en de weggebruiker zelf. Daarbij valt te denken aan: - veilige bermen; - rijrichtingscheiding (inhaalverbod of niet-overrijdbaar); - ribbelmarkering; - schoon en waterafvoerend wegdek; - maatregelen ter verbetering van de zichtbaarheid op kruispunten; - handhaving van (aangepaste) snelheidslimieten en advisering over veilige snelheden; - zichtbaarheidsmaatregelen bij de verkeersdeelnemer en het voertuig; - maatregelen ten bate van een betere statusonderkenning door de verkeersdeelnemer. Deels worden deze maatregelen in Zeeland al getroffen, of worden reeds proeven hiermee uitgevoerd. De SWOV beveelt aan vooralsnog vooral op die maatregelen in te zetten waarvan bekend is dat ze effectief zijn en die bovendien een grote groep ongevallen kunnen helpen voorkomen. Een goed voorbeeld van een dergelijke maatregel is het aanleggen van veilige bermen op wegen buiten de bebouwde kom. Naar een aantal maatregeltypen heeft de SWOV het voornemen ook nog verder onderzoek uit te voeren. Bij enkele van die projecten is Zeeland overigens zelf betrokken. De uitkomsten van deze onderzoeken kunnen interessant zijn voor toekomstig te treffen beleid.
An analysis of severe road crashes in the province of Zeeland in 2006 and policy recommendations In 2006 the number of road deaths in the province of Zeeland suddenly increased when compared with the previous years. This increase was reason for the Regional Road Traffic Safety Authority of Zeeland to request SWOV to analyse the available data to find out how this could have happened, and to make policy recommendations based on these results. Two types of analysis were carried out. The first was an analysis of the police road crash registration BRON as processed by the Transport Research Centre of the Ministry of Transport. The second analysis was an in-depth analysis using the completed police registration forms and summonses for serious crashes in Zeeland in 2006. In the crash analysis we first investigated the likelihood of the peak in road deaths in 2006 being a concurrence of circumstances. This showed that there may have been exceptional circumstances, but that this was not necessarily so. The number of in-patients in 2006 did not strikingly deviate from the trend over a number of years. There was a relatively large increase in road deaths for a number of specific groups of road users, among which cyclists, motorists, and females. Moreover, the adverse development in 2006 was not unique for Zeeland. It may deviate from the national trend, but in 2006 other provinces also had an increase in road deaths after a number of years of decreasing numbers. To achieve sustainable safety it is no matter-of-course to target road safety policy at specific groups of casualties or crashes which have increased in one particular year. The following year those groups may show a decrease again without any specific policy. It is more justifiable to base policy on the origin and course of the most important crash types. That is why we made an in-depth analysis of the serious crashes in Zeeland in 2006, with a view to any leads for policy. In the in-depth analysis 281 crashes were studied. First of all, a rough analysis was made to determine which crash types, with regard to origin and course, were the most frequent, and which road users were involved. We then analysed the course of the most important crash types: which factors contributed to the crashes coming about and why didn't the road users involved intervene? The two most common crash types in Zeeland were those in which a driver/rider lost control of the vehicle (30%) and those in which no access or priority was given to another road user (25%). The first type of crashes is the most serious: 18% of these were fatal. They mainly occurred on rural roads, on both straight road segments and as well as in bends. Crashes in which no access/priority was given practically always occurred at intersections, and were equally divided between urban and rural roads. The most important reason for road users not to give access or priority was that they did not notice the other party. For this crash type the reason why the other party was not noticed is also quite clear: their view was blocked, they hadn't looked, or they were paying attention to something else. The reasons were different for crashes in which a driver lost control of the vehicle. It was only possible to determine the immediate cause of losing control for two-thirds of the crashes. In these crashes the driver lost control by hitting the road shoulder, because of falling asleep, because of a medical condition, because of the condition of the road (surface), or because of driving too fast in a bend. For the remaining third there was insufficient information to be certain about the cause. The policy recommendations are based on the in-depth analysis of the most common crash types, with regard to their origin and course. This ensures the recommended measures being targeted at the most important causes and processes of serious crashes. At the same time, they also focus on the specific groups of crashes and casualties that increased in 2006, seeing as these groups were spread among the crash types of which an in-depth analysis was made. The recommendations thus offer handles for reducing the possibility of the 2006 situation continuing. Effective measures that the province can take are mainly in the fields of infrastructure, local regulations, enforcement, and the road users themselves. They include: - safe road shoulders; - separation of driving directions; - rumble strips; - clean and water-draining road surface; - measures to improve visibility at intersections; - enforcing (adapted) speed limits and advising on safe speeds; - visibility measures for road users and vehicles; - measures to improve the road user's state awareness. Some of these measures have already been taken in Zeeland, or are already being tested. For the time being, SWOV recommends concentrating on those measures that are known to be effective and, moreover, that will prevent a large number of crashes. A good example of such a measure is constructing safe shoulders on rural roads. SWOV intends to carry out further studies on certain types of measures. Zeeland is involved in some of these projects. The results of these studies can be interesting as a basis for future policy.
Rapportnummer
R-2007-7
Pagina's
40 + 39
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.