Naar aanleiding van de eerste Staten-Generaal van de verkeersveiligheid in 2002 werd een grote set verkeersveiligheids- indicatoren gedefinieerd op basis waarvan de evoluties inzake verkeersveiligheid kunnen opgevolgd worden. Deze indicatoren vallen grofweg onder te brengen in drie categorieën. In de eerste plaats indicatoren op het niveau van het aantal ongevallen. Hieronder vallen bijvoorbeeld de ongevallenstatistieken zoals die door het NIS of in de verkeersveilig- heidsbarometer gerapporteerd worden. Een tweede categorie indicatoren situeert zich op het niveau van het objectief meetbare gedrag van bestuurders in het verkeer. Om deze indicatoren te meten organiseert het BIVV regelmatig tellingen van bijvoorbeeld de gordeldracht, het respect voor de snelheidsbeperkingen en de prevalentie van rijden onder invloed van alcohol. Door deze zogenaamde gedragsmetingen kan opgevolgd worden in welke mate waarin de Belgische bestuurders zich houden aan de verkeersreglementering ter zake. Een derde groep indicatoren heeft betrekking op de attitudes van de Belgische bestuurders ten aanzien van verkeersveiligheid, of met andere woorden op eerder subjectieve aspecten van verkeersveiligheid. Hierover werd door het BIVV in 2003 een eerste attitudemeting verricht. In het voorliggende rapport bespreken we de resultaten van de tweede attitudemeting, die in 2006 verricht werd. In navolging van de welbekende SARTRE-onderzoeken (Social Attitudes to Road Traffic Risk in Europe ) hanteren we bij het onderzoek van deze attitudes een zeer brede definitie van het begrip attitude . Net zoals in het SARTRE-onderzoek worden in het attitudeonderzoek van het BIVV alle relevante opinies, meningen en voorkeuren ten aanzien van alle mogelijke aspecten van verkeersveiligheid (bv. subjectieve risicoperceptie, verkeersveiligheidsmaatregelen, eigen gedrag enzoverder) beschouwd als attitudes. Hieronder vallen ook bijvoorbeeld de inschatting van de subjectieve pakkans en de subjectieve strafkans, die in het huidige onderzoek een prominenten plaats kregen aangezien het cruciale determinanten van verkeersgedrag betreft (cf. Elvik & Vaa (2004)). In dit verslag rapporteren we de resultaten van de attitudemeting van 2006 voor de totale populatie bestuurders. Later zullen gedetailleerder analyses uitgevoerd worden om de impact van factoren zoals bijvoorbeeld gewest, leeftijd en geslacht op de attitudes van de bestuurders na te gaan. Ook de relaties tussen de verschillende attitudes en opinies onderling zullen in het tweede deel van het rapport worden besproken. In dit rapport vergelijken we de resultaten van de totale populatie wel met de attitudemeting van 2003 en met de attitude- metingen die binnen het kader van het SARTRE project door het BIVV uitgevoerd werden. Op die manier schetsen we de evolutie van de attitudes ten aanzien van verkeersveiligheid voor de afgelopen jaren. Deze analyse moet uiteindelijk toelaten om het gevoerde beleid inzake verkeersveiligheid op te volgen en waar nodig bij te sturen. (Author/publisher)
Samenvatting