Veel huishoudens ervaren het bezit van een auto als een noodzakelijke basisbehoefte. Bovendien verschuift de beschikbaarheid van de auto voor het huishouden naar beschikbaarheid voor het individu. Dit paper analyseert de mate waarin kenmerken van de woon-en werklocatie van invloed zijn op beslissingen ten aanzien van autobezit, in het bijzonder waarom bepaalde huishoudens geen auto bezitten en andere huishoudens juist meerdere auto’s bezitten. Expliciet wordt in de analyse de interactie tussen de partners betrokken, onderscheiden naar geenverdieners, alleenverdieners en tweeverdieners. De hypothese wordt getoetst met behulp van een serie logit modellen op basis van gedetailleerde data. Uit de analyses blijkt dat naarmate de dichtheden van de residential neighbourhood groter zijn en de afstanden tot het station kleiner, de kans groter is dat het huishouden geen auto heeft. Gekeken naar de rol van het werk, blijkt dat tweeverdieners vaker beschikken over een auto en vaker over twee auto’s dan alleenverdieners. Bovendien laten tweeverdieners meer invloeden zien van de woon- en de werklocatie. (Author/publisher)
Samenvatting