Dit boekje is als volgt opgebouwd. We lichten allereerst toe wat het betekent dat dit boekje gebaseerd is op wetenschappelijke kennis. Ook gaan we in op de begrippen primaire en secundaire veiligheid. Vervolgens stellen we ons in Hoofdstuk 2 de vraag in welke mate de automobilist wel op veiligheid zit te wachten. Om een goed beeld te krijgen van de situatie in Nederland rond de verkeersveiligheid van personenauto’s, schetsen we in Hoofdstuk 3 aan de hand van de cijfers de situatie en de ontwikkelingen die daartoe leidden. In het daarop volgende hoofdstuk bezien we waar de regels betreffende de veiligheid van de personenauto vandaan komen en hoe die in elkaar grijpen. In Hoofdstuk 5 komen de ontwikkeling van het veiligheidsdenken en de daarmee samenhangende voorzieningen in personenauto’s aan bod. De Hoofdstukken 6 tot en met 9 behandelen de vraag wat er bereikt is op het gebied van de primaire en secundaire veiligheid en waar (nog) winst te behalen is. Een begrip dat in het licht van de verkeersveiligheid altijd weer opduikt, is risicocompensatie. Hoofdstuk 10 geeft een beschrijving van dat begrip en de relatie ervan met verkeersveiligheid. Hoofdstuk 11 schetst vervolgens een beeld van de mogelijkheden van slopen of keuren van auto’s om de verkeersveiligheid te bevorderen. En een hedendaags boekje kan uiteraard niet buiten een Europese paragraaf. Bij ons is dat Hoofdstuk 12, waarin Europa getuigt van een grote ambitie op dit gebied. Als afsluiting werpen wij in Hoofdstuk 13 een blik in de toekomst: wat zijn en worden de aandachtsgebieden op het terrein van de veilige personenauto? En hoe verhouden die zich tot het Nederlandse verkeersveiligheidsbeleid? (Author/publisher)
Samenvatting