Op 1 november 2011 is in Nederland, onder de naam 2toDrive, een zesjarige proef met begeleid rijden van start gegaan. Tijdens de proef kunnen jongeren vanaf 17 jaar een rijbewijs halen en met een coach ervaring opdoen tot ze vanaf hun 18de zelfstandig de weg op mogen. De SWOV evalueert het effect op ongevallen en overtredingen. Dit gebeurt in een aantal stappen. Dit rapport doet verslag van de 2de stap: Wat gebeurt er in de praktijk tijdens de begeleid rijden-fase? De gegevens zijn verzameld met een online vragenlijst onder 2001 jongeren die bezig zijn met de begeleid rijden-fase, de 2toDrivers, en 1635 coaches.
De resultaten laten zien dat verreweg de meeste 2toDrivers gecoacht worden door hun ouders. Er wordt regelmatig geoefend; de meesten een of meerdere keren per week. Over het algemeen nemen jongeren zelf het initiatief om te gaan oefenen. Naar schatting rijdt de gemiddelde 2toDriver tijdens de begeleid rijden-fase in totaal zo’n 1.700 km. Er is een grote variëteit van situaties waarin begeleid rijden plaatsvindt: binnen de kom, buiten de kom; in de spits, buiten de spits, met licht, in het donker en met regen. Verreweg de meeste ritten zijn ritten die toch al gemaakt worden: familiebezoek, iemand wegbrengen of ophalen, boodschappen, etc.
Zowel 2toDrivers als coaches ervaren het oefenen en coachen als positief. De 2toDrivers vinden het nuttig en leuk, het leidt ze niet af, en het maakt ze ook niet zenuwachtig. Volgens veel jongeren geven de coaches weinig commentaar of adviezen; volgens de coaches is dat vaker. Verder vinden coaches het oefenen een verantwoordelijke taak, maar niet belastend of moeilijk. Ook zij vinden het nuttig. Ze geven aan dat de kwaliteit van rijden van hun pupil in de loop van het coachingstraject verbetert.
Er zijn aanwijzingen dat 2toDrive tijdens de begeleid rijden-fase leidt tot iets meer mobiliteit: ongeveer 10% van de begeleidingsritten zijn ritten die anders niet gemaakt zouden zijn en kunnen dus beschouwd worden als extra mobiliteit. Met het rijbewijs B krijgen jongeren automatisch ook een bromfietsrijbewijs. 2toDrive lijkt in beperkte mate tot meer gebruik van de naar verhouding gevaarlijke bromfiets te leiden. Het aantal 2toDrivers dat tijdens het begeleid rijden een bekeuring of een aanrijding heeft gehad is klein. Bijna 10% van de jongeren geeft aan wel eens ‘de Bob’ te zijn als ze met hun coach rijden. Het is niet duidelijk of in die gevallen de coach zelf heeft gedronken en evenmin hoeveel. Ruim 15% van de 2toDrivers zegt wel eens zonder coach te hebben gereden; de meesten hiervan zeggen dit ‘vrijwel nooit’ te doen.
De studie leidt tot de conclusie dat zowel jongeren als coaches de begeleid rijden-fase serieus nemen. Er wordt regelmatig geoefend en bovendien in verschillende situaties (op de snelweg, in de grote stad) en omstandigheden (met regen, mist, in het donker). Daarmee is in principe het doel van begeleid rijden, in relatief veilige omstandigheden ervaring opdoen voordat een jonge automobilist alleen de weg opgaat, bereikt. In de loop van 2016 is bekend of zich dit ook vertaalt in het aantal ongevallen en overtredingen.
Accompanied driving put into practice; Survey among 2toDrivers and their coaches
On 1 November 2011, 2toDrive, a six-year pilot with accompanied driving was started in the Netherlands. During the pilot youths can take their driving test from the age of 17 and gain experience while driving accompanied by a coach until they can drive independently when they are 18 years old. SWOV is evaluating the effect on crashes and offences in a number of steps. This report presents the second step: “How is the accompanied driving phase put into practice?” The data has been gathered with an online questionnaire among 2,001 youths who were participating in the accompanied driving phase, the 2toDrivers, and 1,635 coaches.
The results indicate that the vast majority of 2toDrivers are coached by their parents. Most of them practice regularly; once or several times a week. In general the youths themselves take the initiative to practice. It is estimated that the average 2toDrive participant drives a total of 1,700 km during the accompanied driving phase. Accompanied driving takes place in a wide variety of situations: in urban as well as rural environments, during as well as outside rush hour, during daylight as well as in the dark, and when it rains. By far the majority of trips are trips that would have been made anyway: family visit, dropping off or picking up someone, getting in the groceries, etc.
Both 2toDrivers and their coaches experience practicing and coaching as positive. The 2toDrivers find it useful and fun, the presence of the coach does not distract them or make them nervous. Many youths say that the coaches do not give comments or express opinions very often; the coaches themselves report to do this more frequently. Furthermore, coaches find accompanied driving a responsible task, but do not think it is taxing or difficult. They also find it useful. They indicate that their pupil’s quality of driving improves during the course of the coaching phase.
There is evidence that the accompanied driving phase of 2toDrive leads to slightly higher mobility: about 10% of the accompanied driving trips would otherwise not have been made and can therefore be considered as extra mobility. Together with the driving licence B youths also automatically get a moped license. However, the extra use of the relatively dangerous moped seems to be only limited. Very few 2toDrivers have had a speeding ticket or were involved in a crash during the accompanied driving phase. Almost 10% of youths indicate they have on occasion been ’a designated driver’ while driving with their coach. It is not clear whether in those cases the coach himself had been drinking, nor how much. More than 15% of the 2toDrivers admit to having driven without their coach; most of them say they 'virtually never' do this.
The study leads to the conclusion that youths as well as coaches take the accompanied driving phase seriously. Practice is frequent and takes place in different situations (on the motorway, in the city) and conditions (rain, fog, in darkness). Basically this means that the goal of accompanied driving, gaining experience in relatively safe conditions before a driving independently, has been achieved. In the course of 2016 it will be established whether this also translates into the numbers of crashes and offences.