Voor de uitvoering van de verkeershandhaving zijn verschillende handhavingsmiddelen beschikbaar. Voor het controleren op snelheid zijn dat flitspalen en mobiele middelen (zoals radarsets, laserguns en videovoertuigen). Dit beleidskader beperkt zich tot de flitspalen voor het onderliggend wegennet. De plaatsing en het gebruik van flitspalen leent zich voor een landelijke en uniforme aanpak. Door uniforme criteria ontstaat er éénduidig beleid en het voorkomt regionale verschillen. Landelijk beleid draagt tevens bij aan het vergroten van het draagvlak voor de verkeershandhaving. Het LPTV is binnen het OM initiator en regisseur van de verkeershandhaving en verantwoordelijk voor het landelijk verkeershandhavingsbeleid. In die rol past een centrale sturing en het ontwikkelen van inzetbeleid. Bij het ontwikkelen van dit beleidskader is rekening gehouden met een aantal actuele ontwikkelingen, zoals de vorming van de nationale politie, het digitaliseringtraject, de overdracht van handhavingsmiddelen aan derden en de toekomstige centrale verwerking door het CJIB (Centraal Justitieel Incassobureau). Deze ontwikkelingen worden nader toegelicht in hoofdstuk 2. Het beleidskader geeft inhoudelijke en procesmatige kaders aan voor: 1. de vervanging van een huidige analoge flitspaal door een digitale flitspaal; 2. de aanvraag voor de plaatsing van een digitale flitspaal en het gebruik ervan op een nieuwe locatie. Onder flitspalen worden verstaan: Flitspalen voor rood licht en snelheid (RLC); en Flitspalen voor alleen snelheid (FIP). Dit beleidskader regelt de inzet van flitspalen, die op een locatie worden ingezet voor de verkeersveiligheid. (Author/publisher)
Samenvatting