Sinds het verkeersveiligheidsbeleid gedecentraliseerd is, zijn regionale en lokale overheden in belangrijkere mate verantwoordelijk voor verbetering van de verkeersveiligheid in hun gebied. Methoden om dit proces te ondersteunen, efficiënter en effectiever te maken kunnen daarbij behulpzaam zijn. Een methode die hiervoor interessant kan zijn, is ‘benchmarking’, globaal gezegd een vergelijking met andere gebieden, waarbij men kijkt wat men van het ‘best presterende’ gebied kan leren. Doel van dit rapport is dan ook om ‘benchmarking’ als methode te ontwikkelen om effectief en efficiënt verkeersveiligheidsbeleid bij decentrale overheden te stimuleren. Vragen die daarbij centraal staan zijn: Wat kan onder ‘benchmarking’ worden verstaan? Wat voor soorten benchmarks kunnen we onderscheiden? Hoe kan een verkeersveiligheidsbenchmark worden uitgewerkt? Welke stappen worden doorlopen? Met welke factoren dient rekening te worden gehouden? Welke voorbeelden van benchmarks zijn er al in Nederland op het gebied van verkeersveiligheid of andere verkeer-en-vervoersthema’s? Wat kunnen we daarvan leren en welke kansen bieden deze voorbeelden?
Aan de hand van literatuur uit de bestuurskunde en het verkeersveiligheidsonderzoek is bestudeerd wat de heersende opvattingen zijn over wat benchmarking is, en hoe benchmarking voor de verkeersveiligheid wordt uitgewerkt en ingezet. Het valt daarbij op dat de bestuurskundige literatuur de nadruk legt op de proceskant en het uitvoeren van een benchmarkstudie door, of ten minste mét de organisatie zelf, terwijl de verkeersveiligheidsliteratuur veel meer het accent legt op de technische uitwerking van benchmarking en het kiezen van relevante (samengestelde) indicatoren om prestaties van verschillende organisaties (vooral landen) te vergelijken. Dit is veel meer een activiteit van onderzoekers.
Op basis van de literatuur concluderen we dat voor verbetering van verkeersveiligheidsbeleid binnen Nederland, benchmarking kan worden verstaan als: een proces van vergelijken van prestaties, processen of strategieën van vergelijkbare organisaties (bijvoorbeeld overheden zoals gemeenten) door of samen met deze organisaties, waarbij naar verklaringen voor onderlinge verschillen wordt gezocht, succesfactoren worden aangewezen en leerpunten worden geïmplementeerd. Gebaseerd op zowel de bestuurskundige als de verkeersveiligheidsliteratuur, zijn er volgens deze definitie tien stappen binnen het benchmarkproces te nemen:
- Bepaal de benchmarkbehoefte
- Vorm een benchmarkteam
- Bepaal wat te benchmarken
- Stel relevante indicatoren vast
- Verzamel de relevante gegevens
- Stel per indicator de beste prestatie vast
- Onderzoek succesfactoren
- Stel leerpunten vast
- Implementeer de leerpunten
- Evalueer de ervaringen
(1. Bepaal de benchmarkbehoefte, enzovoort...)
Om daadwerkelijk tot toepassing van benchmarking binnen Nederland te komen, constateren we dat het belangrijk is om de te benchmarken organisaties zelf (voor ons doel vooral decentrale overheden) bij het proces te betrekken en om de technische indicatoren (die meer de focus zijn van bij het onderwerp betrokken wetenschappers) niet te complex te maken. De verkeersveiligheidspiramide die in het verkeersveiligheidsveld vaak als theoretisch raamwerk wordt gebruikt, biedt inhoudelijk een prima uitgangspunt voor te benchmarken indicatoren van prestaties en processen (zie hieronder).
De verschillende typen benchmarks – vergelijking van prestaties, processen of strategieën – kunnen voor toepassing in verkeersveiligheidsbeleid bestaan uit de volgende stappen:
Stappen binnen een prestatiebenchmark:
- vergelijking van genormeerde eindindicatoren (doden en ernstig verkeersgewonden);
- vergelijking van intermediaire indicatoren (SPI’s) en deze in verband brengen met de eindindicatoren;
- vergelijking van maatregelen en deze in verband brengen met de vastgestelde intermediaire en eindindicatoren.
Stappen binnen een procesbenchmark:
- vergelijking van doelstellingen en ambities;
- vergelijking van inhoudelijke beleidskeuzen in relatie tot de geformuleerde doelstellingen, inclusief de onderbouwing van die keuzen;
- vergelijking van budgetten en de allocatie daarvan in relatie tot de beleidskeuzen en -doelen;
- vergelijking van organisatie van de uitvoering, waarbij speciaal aandacht is voor kwaliteitsbewaking en de relatie tot de geformuleerde beleidsplannen;
- vergelijking van de uiteindelijk genomen maatregelen in relatie tot de beleidsdoelen.
Bij een strategische benchmark is het van belang om strategische keuzen in relatie tot doelen en ambities te vergelijken, te bekijken hoe deze strategische keuzen inhoudelijk en procesmatig worden uitgewerkt en hoe de kwaliteit van die uitwerking wordt gewaarborgd.
Behalve naar literatuur is ook gekeken naar praktijkvoorbeelden in Nederland van benchmarking op het terrein van verkeer en vervoer, en specifiek daarbinnen van verkeersveiligheid. Wat daarbij opvalt is dat er al wel enkele voorbeelden zijn van benchmarks waarin eindprestaties van regio’s worden vergeleken. Dit zijn bijvoorbeeld de cijfers op de vergelijkingssite van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), het dashboard Duurzame mobiliteit van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer (KpVV), de app verkeersveiligheid van bureau VIA.nl of zelfs vergelijkende studies van de verkeersveiligheid van regio’s. Er zijn echter nog geen voorbeelden waarin (samen met die overheden) ook naar achterliggende processen en naar verklaringen van eindprestaties is gekeken. Met benchmarking van verkeersveiligheid zouden de SWOV en decentrale overheden bij organisaties zoals KING en KpVV en hun producten kunnen aansluiten.
Benchmarking road safety; Stocktaking and recommendations for the development of road safety benchmarks in the Netherlands
Road safety policy has been decentralized in the Netherlands, giving regional and local governments a greater responsibility for road safety improvement in their jurisdiction. Methods to support this process and make it more efficient and effective can be of assistance. One method that may be of interest for this purpose is benchmarking, generally speaking a comparison with other fields in which study is made of what could be learned of the ‘best in class’. The present report therefore aims to develop benchmarking as a method to encourage effective and efficient road safety policymaking by regional and local governments. Central questions are: How to define benchmarking? What types of benchmarks can be distinguished? How can a road safety benchmark be developed for regional and local authorities? Which steps must be taken? Which factors must be taken into account? Which examples of benchmarks in the field of road safety or other traffic and transport themes do already exist in the Netherlands? What can these examples teach us and which opportunities do they provide?
Based on administrative sciences literature and road safety research, study was made of the present opinions about benchmarking and of how benchmarking for road safety is being developed. It is noteworthy that administrative sciences literature focuses on the process and performing a benchmark study by or at least with the organization itself, whereas road safety literature focuses more on the technical development of benchmarking and choosing relevant (composite) indicators to compare the performances of different organizations (mainly countries). This is mainly done by researchers.
Based on the literature we conclude that benchmarking for improvement of road safety policy may be defined as: a process of comparing performances, processes or strategies of similar organizations (e.g. governments like municipalities) by or together with these organizations, in which explanations are sought for differences, success factors are identified and lessons learned are implemented. Based on both administrative and road safety literature, this definition indicates ten steps that are to be taken within the benchmarking process:
- Determine the need of benchmarks
- Form a benchmarking team
- Determine benchmark topic
- Determine relevant indicators
- Gather the relevant data
- Determine the best in class per indicator
- Investigate success factors
- Identify lessons to be learned
- Implement the lessons to be learned
- Evaluate the experiences
(1. Determine the need of benchmarks, etc....)
In order to implement benchmarking in regional and local jurisdictions, we conclude that it is important that the organizations that are to be benchmarked are involved in the process and that the technical indicators that are used in the benchmarking process are not made too complex. The road safety pyramid which is often used as a theoretical framework in road safety, offers an excellent starting point for benchmarking indicators of performances and processes (see below).
The different types of benchmarks – comparison of performances, processes or strategies – for road safety policy may consist of the following steps:
Steps within a performance benchmark:
- comparison of standardized final indicators (fatalities and serious road injuries);
- comparison of intermediate indicators (SPIs) and relating these to the final indicators;
- comparison of road safety measures and relating these to the established intermediate and final indicators.
Steps within a process benchmark:
- comparison of objectives and ambitions;
- comparison of substantive policy choices in relation with the formulated objectives, including the evidence that supports these choices;
- comparison of budgets and how these are allocated in relation with the policy choices and objectives;
- comparison of how implementation is organized, with special attention for quality control and the relation with the formulated policy plans;
- comparison of the final measures taken in relation with the policy objectives.
For a strategic benchmark it is important to compare strategic choices in relation with objectives and ambitions, to look at the elaboration and process development of these strategic choices and at how the quality of this elaboration is guaranteed.
Not only literature, but practical examples of benchmarking in the field of traffic and transport in the Netherlands, and road safety in particular, were also considered. Noteworthy is that there are already some examples of benchmarks in which the final performances of regions are compared. Examples are the figures on the comparison website of the Quality Institute of the Dutch Municipalities (KING), the Sustainable Mobility Dashboard of the Knowledge Platform for Traffic and Transport (KpVV), the road safety app of VIA.nl, or even comparative studies into regional road safety. However, so far there are no examples of benchmarks in which the underlying processes and explanations of the final performance outcomes have been compared or have been processed together with the governments involved. These examples of road safety benchmarking products could be used to inspire a starting point and it could be interesting to cooperate with the organisations that are already involved in benchmarking activities focusing on regional and local governments.