Vorig jaar vielen in Nederland 621 verkeersdoden, 51 meer dan in het voorgaande jaar. Daarmee verscheen een opwaartse knik in een curve die sinds 1972 steil naar beneden was gegaan. In dat jaar waren nog bijna 3.500 doden in het verkeer te betreuren. Zelfs in 1950, toen Nederland slechts 10 miljoen inwoners telde en zo'n 139 duizend auto's (tegen bijna 8 miljoen nu), bracht deelname aan het 'snelverkeer' grotere risico's met zich mee: er vielen toen 1.000 verkeersdoden. Dat aantal liep de daarop volgende jaren zo sterk op dat prinses Wilhelmina de verkeersonveiligheid tot volksvijand nummer 1 verklaarde. Anderen spraken van een epidemie of pandemie, veroorzaakt door jachtige mensen die in een permanente wedijver met elkaar waren verwikkeld. De onveiligheid op de weg werd als een moreel probleem gezien. De maatregelen waarmee de verkeersdeelnemers voor elkaar en tegen zichzelf moesten worden beschermd, hebben overduidelijk effect gesorteerd. Ook in vergelijking met de ons omringende landen. In Nederland kwamen drie jaar geleden 3 op elke 100 duizend inwoners om het leven in het verkeer, tegen ruim 6 in België en 5 in de EU als geheel. Maar aan de vanzelfsprekend geachte toename van de verkeersveiligheid lijkt een eind te zijn gekomen. En deze ontwikkeling hangt ten dele samen met de afnemende intensiteit waarmee weggebruikers worden gecontroleerd. In 2007 werd nog bijna anderhalf miljoen keer een weggebruiker staande gehouden, vorig jaar nog maar 240 duizend keer. Dit is de calculerende weggebruiker ongetwijfeld niet ontgaan. Tien jaar geleden zag hij wellicht vaker af van het gebruik van zijn mobiele telefoon uit beduchtheid voor een forse boete. Maar naarmate hij vaker straffeloos achter het stuur heeft kunnen multitasken, zal hij eerder geneigd zijn risico's te nemen. De verkeersdeelnemer is ook maar een mens: hij zal zijn gedrag vaak pas onder druk van buiten veranderen. Van automatische handhaving - zoals trajectcontroles en flitspalen - gaat kennelijk onvoldoende druk uit. Weggebruikers moeten er weer terdege rekening mee gaan houden dat ze staande kunnen worden gehouden, en dat dit vervelende gevolgen voor hen kan hebben als ze met een smartphone in de weer zijn. (Author/publisher)
Samenvatting