De effectiviteit van maatregelen gericht op veelplegers in het verkeer

Een literatuurstudie
Auteur(s)
Hoekstra, A.T.G.
Jaar

In opdracht van Vias institute (België) heeft SWOV een literatuurstudie uitgevoerd om in kaart brengen wat er anno 2019 uit wetenschappelijk onderzoek bekend is over de effectiviteit van straffen en andere maatregelen in het verkeer. De literatuurstudie beperkt zich tot de effectiviteit in termen van effect op recidive, dat wil zeggen de kans dat iemand na een veroordeling opnieuw hetzelfde strafbare feit pleegt. Hierbij stonden de volgende onderzoeksvragen centraal:

  1. Wat zijn de effecten van specifieke straffen op recidive, met onderscheid naar de effectiviteit voor verschillende typen overtredingen zoals rijden onder invloed en snelheid?
  2. Zijn er specifieke groepen overtreders (bijvoorbeeld met een bepaalde sociaal-economische achtergrond of met een crimineel verleden) waarvoor andersoortige maatregelen gewenst dan wel noodzakelijk zijn?
  3. Welke specifieke maatregelen zijn geschikt voor het voorkomen van recidive bij het rijden zonder rijbewijs?

De gevonden literatuur over het effect van straffen op recidive wordt per type overtreding beschreven, te weten verkeersovertredingen in het algemeen, rijden onder invloed van alcohol en/of drugs (ROI) en snelheidsovertredingen.

Met betrekking tot de eerste onderzoeksvraag over de effecten van specifieke straffen op recidive (met onderscheid naar type overtreding), is voor zowel ROI als snelheidsovertredingen gevonden dat educatieve programma’s of rehabilitatieprogramma's effect op recidive hadden als deze naast informatieve componenten ook therapeutische componenten bevatten. Het effect van voorlichting en ‘educatie op afstand’ zoals waarschuwingsbrieven is klein, maar gezien de beperkte kosten en het grote bereik mogelijk toch interessant. Het effect van (verhoging van) boetes is eveneens klein, maar ook hier geldt dat de maatregel gezien het bereik mogelijk toch effectief kan zijn.

Voor verkeersovertredingen in het algemeen kwam rijontzegging uit de bus als meest effectieve maatregel voor het verminderen van recidive. Bij zowel rijontzegging als boetes moet worden opgemerkt dat de pakkans van invloed is op de te verwachten werking. Bij studies gericht op ROI werden voor de effectiviteit van rijontzegging uiteenlopende aanwijzingen gevonden: geen effecten van opzichzelfstaande rijontzegging, maar wel van de combinatie met andere maatregelen zoals een rehabilitatiecursus of een Intensief Supervisieprogramma (ISP) dat bestaat uit verschillende mogelijke combinaties van maatregelen zoals huisarrest, (elektronische) monitoring, behandeling, educatie, onaangekondigde alcohol- en drugstesten, rijontzegging, verplichte verkoop van voertuigen en taakstraf. Voor ROI-overtredingen bleek echter tevens dat een ISP vooral effectief was in het verminderen van recidive in vergelijking met celstraffen of veroordeling met strafblad, maar niet in vergelijking met een rehabilitatiecursus. Er kan echter niet worden uitgesloten dat deelnemers aan een rehabilitatiecursus verschilden van deelnemers aan een ISP in termen van bijvoorbeeld de ernst van de ROI-overtreding of de juridische voorgeschiedenis.

De tweede onderzoeksvraag was gericht op het identificeren van specifieke groepen overtreders (bijvoorbeeld met een bepaalde sociaal-economische achtergrond of met een crimineel verleden) die relatief vaak recidiveren (‘veelplegers’) en voor wie andersoortige maatregelen gewenst dan wel noodzakelijk zijn. In deze literatuurstudie kwam naar voren dat sommige typen verkeers¬overtreders vaker recidiveren dan anderen, met name: mannen, jongeren, mensen met eerdere (andere) overtredingen en mensen die op jonge leeftijd al een eerste overtreding begingen. Hoewel er weinig onderzoek werd gevonden waarin specifiek is bekeken welke straffen of maatregelen het meeste effect hebben op veelplegers, kon een aantal voorlopige conclusies worden getrokken. Zo lijken mannen, die over het algemeen vaker recidiveren, relatief ongevoelig voor een confronterende of angstaanjagende aanpak. Verder lijken veelplegers vrij ongevoelig voor het simpelweg verzwaren van maatregelen zoals hogere boetes en rijontzeggingen. Er was evidentie voor de effectiviteit van programma’s waarin verschillende maatregelen worden gecombineerd, zoals supervisie, proeftijd, rijontzegging of gedwongen autoverkoop.

De derde onderzoeksvraag ging over specifieke maatregelen die geschikt zijn om recidive bij het rijden zonder rijbewijs te voorkomen. Binnen deze literatuurstudie werden geen studies gevonden die rechtstreeks keken naar recidive van dit type overtreding. Echter, op basis van de aanname dat rijden zonder rijbewijs veelal verknoopt is met andere overtredingen, zal net als bij veelplegers waarschijnlijk een combinatie van maatregelen noodzakelijk zijn.

The effectiveness of measures targeting repeat traffic offenders; a literature review

In 2019, commissioned by Vias Institute (Belgium), SWOV carried out a literature review to establish what scientific research had shown about the effectiveness of penalties and other traffic measures. The literature review was limited to effectiveness in terms of effect on recidivism, i.e. the chance of someone committing the same criminal offence after a previous conviction. The review focused on the following questions:

  1. What are the effects of specific penalties on recidivism, distinguishing between different types of offence such as driving under the influence and speeding?
  2. Are there specific offender groups (e.g. with a particular socio-economic background or with a criminal past) which call for other kinds of measures?
  3. Which specific measures are appropriate for preventing recidivism in the context of driving without a licence?

The literature about the effect of penalties on recidivism is described for each type of offence, namely traffic offences in general, driving under the influence of alcohol and/or drugs (DUI), and speeding.

Concerning the first research question about the effects of specific penalties on recidivism (distinguishing between different types of offences), it was found that, for DUI and speeding, educational programmes or rehabilitation programmes will affect recidivism if they have both informative and therapeutic components. The effect of education and ‘remote education’ such as warning letters, is small, but may still be an interesting option on account of the limited costs and wide reach. The effect of (increasing) fines is also small, but may likewise still be effective on account of the wide reach.

For traffic offences in general, licence suspension appeared to be most effective in reducing repeat offences. In the case of both licence suspension and fines, it should be noted that the subjective chance of detection impacts the effect that is to be expected. Studies focusing on DUI found varying indications of the effectiveness of licence suspension: no effects in case of mere licence suspension, but an identifiable effect when this was combined with other measures such as a rehabilitation course or an Intensive Supervision Programme (ISP) consisting of different potential combinations of measures, such as house arrest, (electronic) monitoring, treatment, education, unannounced alcohol and drug tests, licence suspension, forced sale of vehicles and community service. For DUI offenders, an ISP was shown to be particularly effective in reducing repeat offending when compared to a prison sentence or a conviction resulting in a criminal record, but not effective when compared to a rehabilitation course. It can, however, not be excluded that participants of rehabilitation courses differed from ISP participants in gravity of the DUI offence or in legal history.

The second research question focused on identifying specific groups of offenders (e.g with a particular socio-economic background or with a criminal past) who reoffend relatively often (repeat offenders), which calls for other kinds of measures. The literature review showed that some types of traffic offenders reoffend more often than others, in particular: men, young people, those with prior (other) violations and those who committed a first offence at a young age. Although little research was found that specifically identified which penalties or measures most affected repeat offenders, a number of preliminary conclusions could be drawn. Thus, men, who generally reoffend more often, seem relatively insensitive to a confrontational or deterrent approach. Moreover, repeat offenders seem rather insensitive to simply imposing harsher penalties such as higher fines and licence suspension. There was evidence for the effectiveness of programmes combining different measures, such as supervision, probation, licence suspension or forced car sale.

The third research question concerned specific measures appropriate for preventing recidivism in the context of driving without a licence. In the literature review, no studies were found that directly looked at this type of repeat offence. However, assuming thatdriving without a licence is usually connected to other offences, a combination of measures is probably called for, as described above in the case of repeat offenders.

 

Rapportnummer
R-2020-9
Pagina's
47
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.