Bestuurders van motorvoertuigen die in het verkeer opvallen door ernstig overtredend gedrag kunnen worden gemeld bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Als onderdeel van de Vorderingsprocedure kan het CBR bij deze bestuurders een besluit nemen tot het opleggen van een educatieve maatregel. In de huidige situatie wordt elke bestuurder, in het geval een ernstige verkeersovertreding anders dan rijden onder invloed, verwezen naar een en dezelfde maatregel: de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG). De EMG kan sinds 1 oktober 2008 worden opgelegd. Het programma van de EMG bestaat uit een persoonlijk voorgesprek en drie plenaire cursusdagen (1 hele dag en 2 dagdelen). Het programma voltrekt zich in circa 7 weken. De doelgroep die voor een EMG in aanmerking komt is erg divers. Er zijn grote verschillen in ernst en achterliggende problematiek. Ook zijn er grote verschillen in leeftijd en rijervaring. Daarnaast richt de EMG zich in principe op álle rijbewijscategorieën, dus inclusief de groep jonge bromen snorfietsers. Dit maakt dat er een sterke behoefte is aan differentiatie in de EMG werkwijze. Tot op heden is, anders dan bij de educatieve maatregelen op het gebied van rijden onder invloed, bij de EMG geen differentiatie in de op te leggen maatregelen mogelijk. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het CBR hebben Royal HaskoningDHV gevraagd om een plan van aanpak op te stellen voor een differentiatie in het EMG maatregelenaanbod. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van de volgende onderzoeksmethoden: * Literatuuronderzoek * Internationale benchmarkstudie * Expertinterviews * Werksessie met stakeholders * Verificatiesessie In het kader van het project is een groot aantal documenten, artikelen en rapporten over gedragsinterventies bestudeerd, zowel binnen én buiten het verkeersdomein als binnen en buiten Nederland. In de buitenlandse literatuur is vooral gezocht naar publicaties over gedragsinterventies in het verkeer. Daarbij is gekeken naar de verschillende soorten maatregelen/ interventies, zoals cursorische, groepsgerichte maatregelen, individuele gedragsinterventies en assessment instrumenten (met name ook ten behoeve van het Onderzoek Rijwaardigheid). In de Nederlandse literatuur is ook gezocht naar publicaties over gedragsinterventies buiten het veld van verkeer en verkeersveiligheid om te leren van aangrenzende vakgebieden. Daarbij hebben we ons met name geconcentreerd op vergelijkbaar ‘overlast gevend gedrag in de openbare ruimte’. Zo is er literatuur verzameld over strafrechtelijke interventies en over de aanpak van overlast gevend - en crimineel gedrag. Daarnaast is gekeken naar interventies op gebied van gezondheid. Parallel aan de deskresearch is een twintigtal interviews gehouden met inhoudelijke experts (experts op gebied van diagnostische methoden en middelen én op het gebied van interventieontwikkeling, zowel binnen als buiten het vakgebied verkeer) én met bij het EMG proces betrokken stakeholders. De aanpak in Nederland is vergeleken met andere aanpakken. Hiervoor is informatie verkregen via internationale experts. Dat is enerzijds gedaan via een consultatie van CIECA, de internationale koepelorganisatie van instanties die rijexamens afnemen, én consultatie van buitenlandse experts uit het eigen internationale netwerk. Anderzijds is informatie verzameld via de Traffic Psychology International Group waar RHDHV lid van is. EMG-trainers, Politie, Openbaar Ministerie en CBR zien in hun dagelijkse praktijk een scala aan EMGdeelnemers voorbij komen en hebben een goed zicht op de (variatie in de) problematiek en hoe die het beste aangepakt kan worden. Daarom is een gezamenlijke werksessie georganiseerd met deze professionals. Het doel van deze sessie was om vanuit de dagelijkse praktijk van de professionals inzicht te verkrijgen in: variatie in relevante doelgroepen, variatie in (on)zichtbaar gedrag en interpretatie daarvan, variatie in de problematiek en determinanten en betekenis voor varianten in aanpak. Parallel aan dit project zijn door het CBR twee workshops georganiseerd rondom het rijvaardigheidsonderzoek. RHDHV was bij beide workshops betrokken. De resultaten van de beide sessie zijn ook in dit project meegenomen. Op basis van de resultaten van de hiervoor besproken onderzoekstappen is door RHDHV een eerste opzet voor de blauwdruk van het nieuwe EMG-gebouw gemaakt. Deze blauwdruk is in een ‘verificatiesessie’ voorgelegd aan en bediscussieerd met relevante stakeholders en inhoudelijke experts. Op basis van de opmerkingen en aanvullingen van de stakeholders is een definitieve versie van de EMGblauwdruk gemaakt. In dit afsluitende hoofdstuk vatten we de resultaten van het onderzoek samen in conclusies en aanbevelingen. Dat doen we eerst aan de hand van de knoppen van het EMG-systeem, te weten: ?Knop 1: De identificatie en instroom van probleemchauffeurs. Knop 2: De verwerking van de meldingen en de toewijzing naar maatregelen. Knop 3: Het aanbod aan maatregelen. Knop 4: Het uitvoeringsproces. Knop 5: Follow-up en evaluatie Vervolgens vertalen we deze conclusies en aanbevelingen in een blauwdruk voor het nieuwe EMG-gebouw. Daarbij beschrijven we eerst het op langere termijn te realiseren ideale bouwwerk. Vervolgens beschrijven we, hoe essentiële bouwstenen van het nieuwe EMG-huis op korte termijn gerealiseerd kunnen worden. Daarmee worden belangrijke fundamenten gelegd en kan stapsgewijs worden toegewerkt naar de ideale situatie. (Author/publisher)
Samenvatting