Discussienotitie fietsstraten binnen de kom. Versie 2.1.

Auteur(s)
Andriesse, R. & Boggelen, R. van
Jaar
Samenvatting

Op steeds meer plaatsen in Nederland worden fietsstraten aangelegd, maar de variatie in vormgeving is aanzienlijk. Decentrale overheden hebben behoefte aan meer duidelijkheid over de gewenste inrichting. Wat werkt wel, wat niet? Deze discussienotitie en de bijbehorende inventarisatie zijn een eerste stap om die vragen te beantwoorden. Ervaringen en conclusies worden op een rijtje gezet. Enkele krenten uit de pap: * Auto- en fietsintensiteiten zijn sterk bepalend voor het functioneren van fietsstraten. Bij hogere intensiteiten zijn duidelijk meer kritische geluiden te horen; * Automobilisten moeten fietsers kunnen inhalen op een fietsstraat, mits dit met een gematigde snelheid en met voldoende passeerafstand gebeurt; * Het streven om met een brede rabatstrook fietsers meer middenop te laten rijden is slechts ten dele effectief. Een deel van de fietseres laat zich meer sturen door de 'angst' voor achteropkomend autoverkeer. De absolute maximale breedte van een rabatstrook is daarom 0,6 meter; * Op bredere fietsstraten is een grote variatie in snelheden. Aanvullende snelheidsremmers zijn vooral hier vaak gewenst; * Onbekendheid met het fenomeen fietsstraat is één van de oorzaken van protesten tegen fietsstraten. (Author/publisher)

Publicatie

Bibliotheeknummer
20190471 ST [electronic version only]
Uitgave

Ede, CROW-Fietsberaad, 2016, 24 p.

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.