Het ontwerpen van rotondes kenmerkt zich door het oplossen van dilemma’s met betrekking tot de rotondestraal, rijbaanbreedte, breedte middengeleiders, aansluithoeken en detaillering van de rammelstroken. In deze bijdrage wordt aangetoond dat CROW-publicatie 126 onvolkomenheden bevat ten aanzien van: - de bepaling van de doorrijsnelheid van de snelste auto; - de overgang tussen rijbaan en rammelstrook; - de getekende helling van de rammelstrook; - de afscheiding van de rammelstrook en het middeneiland. Dit heeft ook consequenties voor CROW-publicatie 220 “Handleiding cementbetonverhardingen.” In deze bijdrage worden alternatieven aangedragen voor verbetering van de ontwerpmethodiek en constructie van rotondes. Ten slotte wordt aanbevolen verhoogd overrijdbare stroken ook in de aansluitoksels toe te passen om de berijdbaarheid van rotondes voor vrachtauto's te verbeteren. (Author/publisher)
Samenvatting