Economie en verkeersveiligheid

Een omgevingsverkenning
Auteur(s)
Wijnen, Drs. W.
Jaar
In deze omgevingsverkenning staat de relatie tussen economische ontwikkelingen en de verkeersveiligheid centraal. Deze relatie is tweeledig: enerzijds hebben economische ontwikkelingen invloed op de verkeers(on)veiligheid en anderzijds heeft verkeersonveiligheid economische consequenties. Beide relaties zijn in deze studie verkend op basis van beschikbare literatuur en data. De kansen en bedreigingen voor verkeersveiligheid die voortvloeien uit economische ontwikkelingen, en de beleidsimplicaties zijn geïnventariseerd. Verkeersonveiligheid heeft substantiële invloed op de Nederlandse economie, ten eerste omdat verkeersongevallen tot maatschappelijke kosten leiden. Het gaat om uitgaven die het gevolg zijn van verkeersongevallen: uitgaven aan medische zorg, herstel of vervanging van materieel, en afhandeling van ongevallen. Deze uitgaven bedroegen in 2003 ruim 5 miljard euro, ofwel 1% van het bruto binnenlands product. Ook zijn er kosten die niet direct in macro-economische statistieken zijn terug te vinden: immateriële schade, productieverlies en kosten van files ten gevolge van ongevallen. Deze kosten bedroegen in 2003 ongeveer 7 miljard euro. Ten tweede zijn er uitgaven ter preventie van verkeersongevallen. De omvang daarvan is niet goed bekend, maar een ruwe schatting komt uit op minimaal 1,5 miljard euro in 2003. In diverse buitenlandse studies is een correlatie gevonden tussen macro-economische variabelen, met name werkloosheid en inkomen, en verkeers-veiligheid. Uit deze studies blijkt dat economische groei vooral via mobiliteit een verband vertoont met verkeersveiligheid: bij lagere werkloosheid of een hoger inkomen is er meer (gemotoriseerde) mobiliteit en zijn er meer ongevallen. Enkele studies geven aan dat er ook een verband kan bestaan tussen macro-economische factoren en ongevalsrisico: bij een hoger nationaal inkomen is het ongevalsrisico lager. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat bij een hoger inkomen meer wordt uitgegeven aan ongevals-preventie. In Nederland is de relatie tussen economische factoren en verkeersveiligheid tot op heden nauwelijks onderzocht. Het beschikbare onderzoeks- en cijfermateriaal geeft aanwijzingen dat dit verband er mogelijk ook in Nederland is, maar nader kwantitatief onderzoek is nodig om daarover uitspraken te kunnen doen. Uit de buitenlandse studies is niet of nauwelijks bekend welke verklaringen er zijn voor de gevonden correlaties tussen economische factoren en verkeersveiligheid. In deze verkenning is daarom, voor de Nederlandse situatie, een overzicht gemaakt van economische factoren, die mogelijk invloed hebben op de verkeersveiligheid. Daarbij is onderscheid gemaakt naar effecten op ongevalsrisico en op mobiliteit, en daarnaast naar goederenvervoer en personenmobiliteit. Uit het overzicht blijkt dat economische ontwikkelingen vooral effect hebben op de mobiliteit, en daardoor mogelijk ook op verkeersveiligheid. Het gaat onder meer om productie- en inkomensgroei, internationalisering, (relatieve) daling van transportkosten en informatisering. Dit zijn ontwikkelingen die leiden tot groei van de mobiliteit. Anderzijds zijn er economische ontwikkelingen die het goederenvervoer terugdringen, zoals het toenemende aandeel van dienstverlenende sectoren in de economie, nieuwe logistieke concepten en andere ontwikkelingen in de logistieke sector. Er zijn ook economische invloedsfactoren gevonden die mogelijk invloed hebben op het ongevalsrisico. Het gaat onder meer om toenemende (internationale) concurrentie in het goederenvervoer, groei van e-commerce, toename van het aantal auto's per huishouden, en ontwikkelingen in het inkomen en werkloosheid van jongeren. Voor veel van deze ontwikkelingen geldt echter dat het verband met verkeersveiligheid (nog) niet empirisch is vastgesteld. De verdere groei van goederen- en personenmobiliteit, die mede het gevolg is van economische ontwikkelingen, vormt een potentiële bedreiging voor de verkeersveiligheid. Dit betekent dat beleidsinspanningen en investeringen nodig blijven om de verkeersveiligheid verder te verbeteren. Het verminderen van de negatieve invloed van verkeersongevallen op de economie is daarvoor een belangrijk argument. Aanbevolen wordt om nader onderzoek te doen naar de invloed van economische factoren op het ongevalsrisico. Dit maakt het mogelijk om ontwikkelingen in verkeersveiligheid beter te kunnen verklaren. Een andere aanbeveling is de omvang van uitgaven aan preventie nader te onderzoeken en te vergelijken met preventieve uitgaven op andere beleidsterreinen. Door het gebrek aan informatie over uitgaven aan preventie op het gebied van de verkeersveiligheid is bijvoorbeeld niet bekend of middelen op een kosteneffectieve manier worden ingezet en of daarin verbeteringen mogelijk zijn.
Economics and road safety; An exploration of external influences This exploration focuses on the relation between economic developments and road safety. It is a twofold relation: economic developments have an effect on road (un)safety and road unsafety has economic consequences. This study has explored both relations using available literature and data. An inventory has been made of the opportunities and threats for road safety that result from economic developments and the implications for policy have been listed. Road unsafety has a substantial effect on Dutch economy, in the first place because road traffic crashes result in social costs. These costs consist of expenses that are caused by crashes: medial expenses, repairs to or replacement of vehicles, and the settlement of crashes. In 2003, these expenses amounted to well over 5 billion euros, or 1% of the gross national product. There are also costs that cannot be found in macroeconomic statistics: human losses, loss of production and the costs as a result of congestions caused by traffic crashes. In 2003, these costs were approximately 7 billion euros. In the second place there are expenses made for the prevention or road traffic crashes. Their extent is not precisely known, but a rough estimate amounts to a minimum of 1.5 billion euros in 2003. In several international studies a correlation has been found between macro-economic variables, specifically unemployment and income, and road safety. These studies show that economic growth and road safety are especially related by mobility: lower unemployment or higher income rates go together with an increase in (motorized) mobility and more crashes. Some studies indicate that there may be a connection between macroeconomic variables and crash rate: a higher national income goes together with a lower crash rate. A possible explanation may be that more is spent on crash prevention when the national income is high. So far the relation between economic influences and road safety has barely been investigated in the Netherlands. The available research results and data that are available indicate that this relation may also exist in the Netherlands, but further quantitative research is required to confirm this. The international studies give no, or hardly any, explanation for the correlations between economic influences and road safety. This exploration, therefore, has made a survey for the Dutch situation of the economic factors which may possibly have an effect on road safety. A distinction has been made between the effects on crash rate and on mobility, and also between the effects on freight transport and mobility. The survey shows that economic developments in the first place have an effect on mobility, and therefore possibly also on road safety. This mainly involves growth of production and income, internationalization, (relative) decrease of transport costs and computerization. These developments result in growth of mobility. On the other hand, there are economic developments that force back transport of goods, like the increasing contribution to economy of services, new logistics concepts and other developments in logistics. Economic influences which possibly affect the crash rate have also been found. Examples are the increasing (international) competition in freight transport, growth of e-commerce, increase in the number of cars per household, and developments in income and unemployment of the young. However, for many of these developments the connection with road safety has (not yet) been empirically established. Further growth of freight transport and mobility, which is partly a consequence of economic developments, is a potential threat to road safety. This means that efforts in the field of policy and investments remain necessary to further improve road safety. The reduction of the harmful effect of road traffic crashes on the economy is an important argument to support this. Further study of the effects of economic factors on the crash rate is recommended. This makes better explanations of road safety developments possible. A second recommendation is to further investigate the size of the expenditure on prevention and to compare it to preventive expenditure in other fields. Lack of information about expenditure on prevention in the field of road safety makes it impossible to, for example, establish whether means are used in a cost-effective manner and whether improvements are possible.
Rapportnummer
R-2006-30
Pagina's
77
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.