Economische effecten van diverse ontwikkelingsscenario's voor Schiphol.

Auteur(s)
Lieshout, R.B.T.
Jaar
Samenvatting

In dit paper worden de economische effecten van onderstaande ontwikkelingsscenario’s voor Schiphol berekend voor 2020: - Autonome-ontwikkeling. Het huidige beleid (t.a.v. geluidsgrenzen) wordt losgelaten, wat een ongerestricteerde groei mogelijk maakt. Schiphol groeit op haar huidige locatie en ontwikkelt zich als één van de grote knooppunten in Europa; - Geluid-restrictief. Het huidige beleid wordt gehandhaafd; - Lelystad-klein en Lelystad-groot. Een beperkt respectievelijk flink deel van de vluchten wordt verplaatst naar Lelystad. Het beleid ten aanzien van Schiphol wordt gehandhaafd; - Non-hub-klein en Non-hub-groot. Een aanzienlijke respectievelijk beperkte verslechtering van de netwerkkwaliteit en hubfunctie op Schiphol, doordat Skyteam (de alliantie waartoe KLM behoort) de luchthaven Charles de Gaulle als primaire hub kiest. Het huidige beleid wordt losgelaten, zoals in het scenario: Autonome-ontwikkeling. De economische effecten van de scenario’s Geluid-restrictief, Lelystad en Non-hub zullen worden uitgedrukt ten opzichte van het scenario met ongerestricteerde groei (Autonome-ontwikkeling). De effecten kunnen worden opgesplitst in directe en indirecte effecten. De directe effecten bestaan in de Geluid-restrictieve en Lelystad scenario’s ten eerste uit hogere ticketprijzen die nodig zijn om de vraag in evenwicht te brengen met het dat de vraag in evenwicht wordt gebracht met het aanbod van 500.000 bewegingen. In de Non-hub scenario’s is geen sprake van hogere ticketprijzen aangezien het aanbod in die scenario’s niet door het beleid wordt beïnvloed. Ten tweede bestaan de directe effecten uit de kosten van tijdsverlies als gevolg van het verslechterde netwerk. Daarnaast zijn er extra kosten voor reizigers die besluiten niet meer via Schiphol, maar via een andere luchthaven of andere modaliteit te reizen. Tenslotte heeft het lagere aantal bewegingen een nadelig effect op de omzet van Schiphol en de luchtvaartmaatschappijen. De directe effecten voor Nederland lopen in 2020 uiteen van € -0,4 mrd in Lelystad-groot tot € -1,8 mrd in Geluid-restrictief. Daar tegenover staat echter de opbrengst uit de hogere ticketprijzen, welke variëren van nul in de Non-hub scenario’s tot maximaal € 2,7 mrd in Geluid-restrictief. De indirecte effecten zijn de effecten die een afname van het aantal bewegingen en daarmee de netwerkkwaliteit hebben op sectoren die gerelateerd zijn aan de luchtvaartsector. In de Noordvleugel van de Randstad – waar het merendeel van de effecten neerslaat – nemen toegevoegde waarde en werkgelegenheid af met respectievelijk € 0,5 mrd en 22.600 in Lelystad-groot tot € 3,8 mrd en 44.800 in Non-hub-klein. De effecten concentreren zich hoofdzakelijk in de sector Transport & Communicatie. Daarnaast ondervinden ook de Zakelijke dienstverlening en de sector Handel & Reparatie aanzienlijke negatieve effecten. (Author/publisher)

Publicatie aanvragen

10 + 7 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.

Publicatie

Bibliotheeknummer
20062173 e15 ST (In: ST 20062173 [electronic version only])
Uitgave

In: Samenwerken is topsport : 33ste Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk CVS : bundeling van bijdragen aan het colloquium gehouden te Amsterdam, 23 en 24 november 2006, deel 5, p. 1457-1476, 2 ref.

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.