‘Benchmarking’ is een methode waarmee instanties zoals bedrijven of gemeenten hun eigen prestaties of beleidseffecten kunnen vergelijken met die van anderen, en lessen kunnen trekken uit die vergelijking. Om te onderzoeken wat benchmarking voor het gemeentelijke verkeersveiligheidsbeleid kan betekenen heeft SWOV een benchmarkproces in tien stappen uitgewerkt. Hierin is aandacht voor interactie met gemeenten gecombineerd met meer technisch-wetenschappelijke onderdelen. Twee categorieën gemeenten — de vier grootste (de G4) en een aantal kleinere gemeenten die actief fietsbeleid voeren — zijn met SWOV de eerste benchmarks aangegaan. Daarbij Zij hebben zij hun verkeersveiligheidsbeleid onderling vergeleken in vier fasen van de beleidscyclus:
- de uitgangssituatie (input);
- het proces (througput);
- getroffen maatregelen (output); en
- resultaten (outcome).
Niet van alle fasen in de beleidscyclus bleken (voldoende) gegevens beschikbaar te zijn. Daardoor kon het verkeersveiligheidsbeleid onvoldoende aan de prestaties gekoppeld worden. Desondanks konden gemeenten op diverse onderwerpen een aantal leerpunten identificeren. Ook bleek de gestructureerde werkwijze van de benchmark hen te inspireren en bewuster te maken van de mogelijkheden om het eigen beleid en de resultaten daarvan inzichtelijker te maken.