In 1997 is het Ministerie van Justitie in samenwerking met de regiokorpsen van de politie en het regionale OM gestart met de intensivering van de verkeershandhaving op vijf speerpunten, waarvan er vier zijn gericht op de automobilist: alcohol, autogordels, snelheid en rood licht. De handhaving is uitgewerkt in projecten die gestructureerd zijn in regioplannen. Het uiteindelijke doel van de regioplannen is het teweeg brengen van positieve gedragsveranderingen bij de automobilist. Deze moeten uiteindelijk leiden tot een verbetering van de verkeersveiligheid. Ten behoeve van de optimalisering van de regioplannen wordt periodiek onderzoek gedaan naar de beleving van verkeersveiligheid door automobilisten. Het eerste onderzoek (de nulmeting) heeft in 1999 plaatsgevonden in tien regio’s: Brabant Zuid-Oost, Drenthe, Friesland, Gooi en Vechtstreek, IJsselland, Kennemerland, Rotterdam-Rijnmond, Twente, Utrecht en Zeeland. In de daarop volgende jaren is het aantal deelnemende regio’s gestaag uitgebreid. In 2002 is voor het eerst gemeten in alle 25 politieregio’s. De doelstelling van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in het effect van de intensivering van de handhaving op het nalevinggedrag in de deelnemende regio's. Onderwerpen waar derhalve aandacht aan wordt besteed in het onderzoek, zijn het gedrag van automobilisten, het draagvlak voor de geldende regels, de bekendheid met controles op de naleving, het draagvlak voor de huidige controles, het draagvlak voor uitbreiding van het huidige aantal controles, de perceptie van de pakkans en de perceptie van het risico van overtredingen voor de verkeersveiligheid. Dit rapport bestaat uit drie hoofdstukken: 1 Een beschrijving van de huidige situatie op landelijk niveau. 2 Een beschrijving van de ontwikkelingen in het totaal van de 25 politieregio’s. 3 Een verdieping van de uitkomsten, waarbij wordt ingegaan op verbanden tussen de onderzochte variabelen en ‘daderprofielen’. (Author/publisher)
Samenvatting