Ernstig verkeersgewonden 2013

Schatting van het aantal ernstig verkeersgewonden in 2011-2013
Auteur(s)
Bos, N.M.; Houwing, S.; Stipdonk, H.L.
Jaar

Het aantal ernstig verkeersgewonden (EVG) is een belangrijke indicator voor de verkeersonveiligheid. Het aantal EVG wordt berekend conform de internationale code MAIS2+, en laat zich bepalen op basis van twee gegevensbronnen: BRON (politieregistratie) en LMR (gegevens van ziekenhuisopnamen). Hierbij wordt ervan uitgegaan dat alle ernstig verkeersgewonden in de LMR voorkomen.

De methode bestaat globaal genomen uit een drietal onderdelen:

  1. de koppeling van beide bestanden;
  2. een correctie voor incompleetheid van de LMR en voor ongevallen die niet op de openbare weg plaatsvonden;
  3. een correctie voor misclassificaties in de LMR. In de LMR zijn namelijk niet alle verkeersslachtoffers herkenbaar, doordat soms een verkeerde externe oorzaak wordt gecodeerd.

De afgelopen jaren zijn er twee ontwikkelingen geweest als gevolg waarvan de methode in 2013 moest worden aangepast:

  • Ziekenhuizen zijn de afgelopen jaren overgegaan op een ander coderingssysteem (van ICD9-cm naar ICD10). Deze overgang heeft als consequentie dat de verkeersslachtoffers binnen het aangeleverde bestand op een andere manier geselecteerd moeten worden. In 2012 was bijna de helft van de verkeersslachtoffers geregistreerd in een ziekenhuis dat ICD10 hanteerde. Als gevolg daarvan was het berekende aantal slachtoffers voor 2012 minder nauwkeurig. SWOV heeft dit jaar een conversie van ICD10 naar ICD9 uitgevoerd. Daarmee kon het aantal EVG in 2013 worden geschat en kon ook het aantal EVG in 2012 beter worden berekend.
  • Er worden steeds minder slachtoffers geregistreerd in BRON terwijl ook de LMR incompleter wordt. Als gevolg van deze ontwikkelingen werd het aantal van enkele subgroepen naar letselernst en vervoerswijze (die noodzakelijk waren voor de schattingsprocedure) dermate klein, dat dat tot een minder nauwkeurige schatting van het totaal aantal EVG leidde. Bovendien kunnen door deze lage aantallen in de subgroepen, de slachtoffers niet langer gestratificeerd worden naar hun kenmerken, zoals vervoerswijze, letselernst, leeftijd, geslacht en regio.

Op basis van deze ontwikkelingen is de methode noodzakelijkerwijs aangepast ten opzichte van die van de voorgaande jaren. De belangrijkste wijzigingen houden in dat de bepaling van het aantal EVG naar regio, vervoerswijze en ernst (MAIS = 2, 3, 4, 5+) zijn vervangen door een bepaling van het aantal EVG voor vier verschillende combinaties van ernst (MAIS2 en MAIS3+) en ongevalstype (met en zonder betrokkenheid van een motorvoertuig). Daarnaast is als gevolg van de overgang naar ICD10 en de conversie naar ICD9 de verkeersselectie uit de LMR aangepast, door de categorie ruiters (E827) uit te sluiten en door categorie ‘niet op de openbare weg’ (E820-E825) (gedeeltelijk) toe te voegen. Ook wordt een factor geïntroduceerd die corrigeert voor een gemiddeld lichtere letselernstcodering van ICD10-letsels.

Ten slotte zijn nog enkele wijzigingen doorgevoerd in de factor die corrigeert voor incompleetheid van de LMR (gegenereerde records) en wordt de correctie voor fietsers die een ongeval hadden ‘niet op de openbare weg’ tijdens een andere fase in de methode uitgevoerd.

Na bovenstaande aanpassingen van de methode heeft SWOV het aantal ernstig verkeersgewonden in 2013 vastgesteld op 18.800. De aantallen voor 2012 en 2011 zijn bijgesteld naar respectievelijk 19.500, en 19.700 (van 19.200 respectievelijk 20.100). Deze aantallen moeten echter met de nodige voorzichtigheid gehanteerd worden, vanwege de beperkte kwaliteit van de koppeling en vanwege de overgang naar een nieuwe codering van letselernst sinds 2012.

Ten opzichte van de voorgaande jaren is het geschatte aantal EVG met een relatief lichte letselernst van MAIS2 in 2013 gedaald. Het aantal EVG met een zwaarder letsel (MAIS3+) blijft echter vanaf 2006 continu toenemen. In 2013 beslaat de groep MAIS3+ ongeveer een derde van het totaal aantal EVG.

De kwaliteit van de koppeling lijkt iets te zijn toegenomen ten opzichte van de jaren 2011 en 2012. Desondanks is zij nog onvoldoende om bij de bepaling van het EVG ook gedetailleerd onderscheid te kunnen maken naar vervoerswijze, ernstklasse en regio.

Serious road injuries 2013; Estimate of the number of seriously injured road traffic casualties in the period 2011-2013

The number of serious road injuries (SRI) is an important indicator for lack of road safety. The number of SRIs is calculated in accordance with the international code MAIS2+, and is determined on the basis of two data sources BRON (police registration) and LMR (hospital data) on the assumption that all serious road injuries are registered in LMR.

Broadly, the method consists of three parts:

  1. the linking of both data files;
  2. a correction for incompleteness of LMR and for crashes that did not occur on public roads;
  3. a correction for incorrect classifications in LMR as not all road crash casualties can be identified in LMR; sometimes a wrong external cause is encoded.

In recent years two developments occurred that made it necessary to adapt the method in 2013:

  • Hospitals switched to a different encoding system in recent years (from ICD9-cm to ICD-10). This transition means that the road crash casualties in the file that is supplied must be selected in a different manner. In 2012, almost half of the road crash casualties were registered by a hospital using ICD10. As a result, the calculated number of casualties for 2012 was less accurate. In 2014 SWOV made a conversion of ICD10 to ICD9. This made it possible to estimate the number of SRI in 2013 and to also make a more accurate calculation of the number of SRI in 2012.
  • Increasingly fewer casualties are registered in BRON, while at the same time LMR is becoming more incomplete. As a result of these developments, the numbers of casualties in some subgroups by injury severity and mode of transport became so small, that it resulted in a less accurate estimate of the total number of SRI. In addition, due to the small numbers in the subgroups, the casualties could no longer be stratified according to their characteristics, such as mode of transport, injury severity, age, gender and region.

These developments made it necessary to adjust the method relative to previous years. The most important changes involve the determination of the number of SRI by region, mode of transport and injury severity (MAIS = 2, 3, 4, 5 +) being replaced by determination of the number of SRI for four different combinations of injury severity (MAIS2 and MAIS3 +) and crash type (with and without involvement of a motor vehicle). In addition, as a result of the transition to ICD-10 and the conversion to ICD9, the traffic selection from LMR has been adapted, by excluding the category horse riders (E827) and by (partly) adding the category 'not on public road' (E820-E825). Furthermore, a factor has been introduced that corrects for an average lighter injury severity encoding of ICD10-injury.

Finally, some changes have been made in the factor that corrects for incompleteness of LMR (generated records) and the correction for cyclists who were involved in a crash 'not on public road ' is now made during another phase of the method.

After the above adaptations of the method, SWOV has determined the number of serious road injuries in 2013 on 18,800. The numbers for 2012 and 2011 have been revised to 19,700, and 19,500 respectively (from 19,200 and 20,100 respectively). These numbers, however, should be used with caution, due to the limited quality of the link, and because of the transition to a new coding of injury severity since 2012.

Compared with previous years, the estimated number of SRI with a relatively light injury severity of MAIS2 has declined in 2013. The number of SRI with more serious injury (MAIS3 +), however, has increased continuously since 2006. In 2013, the category MAIS3 + covers about one-third of the total number of SRI.

Rapportnummer
R-2014-31
Pagina's
40 + 11
ISSN
2772-9222
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.