De fiets is een vanzelfsprekend onderdeel van onze mobiliteit en van de Nederlandse cultuur. Maar is dat altijd zo geweest? En zal dat ook in de toekomst zo blijven? Eigenlijk is de fiets een vrij recente, moderne uitvinding die in het begin van de twintigste eeuw uitgroeide tot het eerste massavervoermiddel. Een rol die vooral na de Tweede Wereldoorlog internationaal meer en meer werd overgenomen door de auto. Nederland onderscheidde zich van andere landen doordat het fietsaandeel relatief hoog bleef en er vanaf de jaren 70 een actief fietsbeleid werd ontwikkeld, mede door de oprichting van de Fietsersbond. Hoewel de fiets dus relatief gezien pas kort bestaat, is het geen uitgemaakte zaak dat hij over een eeuw nog steeds zal bestaan. De rol die de fiets in het hele mobiliteitssysteem speelt, kan de komende decennia immers nog sterk veranderen. Enerzijds heeft de fiets in 2017 goede vooruitzichten door de komst van e-bikes, multimodale planners en flexwerken. Ook de steeds grotere aandacht voor leefkwaliteit in stedelijk en landelijk gebied en de grotere behoefte aan een gezonde leefstijl maken dat de fiets nog breder omarmd wordt. Anderzijds zijn er de ontwikkelingen rondom de zelfrijdende auto. Die kunnen in bepaalde scenario’s een grote bedreiging worden voor waarden waar de fiets van profiteert: beschikbaarheid, vrijheid en flexibiliteit. De Fietsersbond heeft behoefte aan het verkennen van deze ontwikkelingen om haar eigen visie en standpunten te kunnen ijken. Niemand kan in een glazen bol kijken, maar we kunnen wel een poging doen om trends in maatschappij en mobiliteit te analyseren en daaruit proberen af te leiden hoe de fiets er in 2040 voor zou kunnen staan. Deze publicatie is een weergave van deze verkenning. In deze uitgave staan zowel onze gedachten over mogelijke en wenselijke ontwikkelingen als de gedachten van koplopers op het vlak van fietsen, stedenbouw en mobiliteit. (Author/publisher)
Samenvatting