Frequentie en oorzaken van enkelvoudige fietsongevallen

Een ongevallenanalyse gebaseerd op een enquête onder fietsslachtoffers
Auteur(s)
Schoon, Ing. C.C. ; Blokpoel, A.
Jaar
Onder ‘enkelvoudige fietsongevallen' worden die fietsongevallen verstaan waar geen andere verkeersdeelnemers bij betrokken zijn geweest. Ze zijn te onderscheiden in twee groepen: de eenzijdige ongevallen (vallen, voet tussen de spaken e.d.) en aanrijdingen met objecten en dieren. Over enkelvoudige fietsongevallen is nog niet veel bekend. Uit de nationale ongevallenstatistiek is geen goed beeld te verkrijgen vanwege een forse onderregistratie van dit type ongeval. Om zicht te krijgen op de aard en omvang van deze enkelvoudige fietsongevallen zijn gegevens van een schriftelijke enquête onder fietsslachtoffers nader geanalyseerd. Deze gegevens zijn afkomstig van een onderzoek dat de SWOV samen met Consument en Veiligheid in 1995 heeft verricht. De betreffende fietsslachtoffers waren na een ongeval naar een Spoedeisende-hulpafdeling van een ziekenhuis gebracht voor behandeling of voor opname. Het enquêtemateriaal bevat gegevens van ruim 1600 fietsongevallen met als kenmerken dat het ongeval op de openbare weg heeft plaatsgevonden en dat fietsend aan het verkeer werd deelgenomen (dus geen op- en afstapongevallen). Deze ongevallen zijn als volgt verdeeld over drie verschillende typen fietsongevallen: 1. eenzijdig fietsongeval 47% 2. aanrijding met objecten, geparkeerde auto's en dieren 12% 3. aanrijding met andere verkeersdeelnemers 40% Enkelvoudige fietsongevallen maken met ongeveer 60% dus een belangrijk deel uit van het totale aantal fietsongevallen. De eenzijdige fietsongevallen hebben de volgende gebeurtenissen of omstandigheden als ongevalstoedracht: - stunten met de fiets 27% - voet tussen de spaken 18% - mankement aan de fiets 13% - slecht wegdek 8% - vallen vanwege een bocht 7% - bagage 6% Daarnaast speelde gladheid van het wegdek (sneeuw, ijs, modder en bladeren) vaak óók een rol in de toedracht tot een eenzijdig fietsongeval. Fietsongevallen met objecten, geparkeerde auto's en dieren zijn als volgt verdeeld: - stoeprand 36% - paaltjes 18% - geparkeerde auto's 11% - bomen/palen 10% - dieren 9% - overige obstakels/voorwerpen 16% De gevonden verdeling van fietsongevallen over de drie ongevalstypen is gelegd naast de verdeling zoals die bekend is uit het PORS-/VIPORS-bestand (bestanden met privé-ongevallen geregistreerd door Consument en Veiligheid). Het verschil bleek relatief gering en wordt waarschijnlijk voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat met de enquêteformulieren de ongevalstoedracht beter te achterhalen was.
Frequency and causes of single-vehicle cyclist accidents; an accident analysis based on a survey of cyclist victims ‘Single-vehicle cyclist accidents’ refers to accidents only involving cyclists, i.e. no other road users. They can be subdivided into two groups: the ‘cyclist-only’ accidents (falling, feet between the spokes etc.); and the cyclist collisions with objects and animals. Not much is known yet about single-vehicle cyclist accidents as a whole. The national accident database does not provide a good picture because of the large under-reporting of this type of accident. In order to gain some insight into the number and nature of the victims of this type of accident, an analysis was carried out of data collected in a postal/mail survey of cyclist victims. This data is from a combined SWOV and Consumer Safety Institute project that was carried out in 1995. The cyclist victims in this project had been taken to the Accident & Emergency department of a hospital, where they had been treated or admitted. The survey contained data of more than 1600 bicycle accidents with the following elements: they had occurred on a public road and the victim had been cycling (i.e. not getting on or off a bicycle). These accidents are subdivided as follows: 1. cyclist-only 47% 2. collisions with objects, parked cars, and animals 12% 3. collisions with other road users 40% Single-vehicle cyclist accidents are about 60% and thus constitute an important part of the total number of cyclist accidents. The cyclist-only accidents involved the following occurrences: - stunting with a bicycle 27% - feet between the spokes 18% - mechanical fault in the bicycle 13% - bad road surface 8% - falling because of a bend in the road 7% - luggage 6% Also of some importance was a slippery road surface (due to snow, ice, mud and leaves). Bicycle accidents with objects, parked cars, and animals were subdivided as follows: - kerb 36% - small posts 18% - parked cars 11% - trees/poles 10% - animals 9% - other obstacles/objects 16% The distribution of cyclist accidents among the three groups was compared with the subdivision used in the Home and Leisure Accident Surveillance System (HLASS) and Road Accidents in HLASS. These are Consumer Safety Institute databases, the second being an initiative of SWOV. The difference was relatively small, and is probably to a large extent caused by the possibilities of a questionnaire giving a better description of the course of the accident.
Rapportnummer
R-2000-20
Pagina's
24 + 9 blz.
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.