Geschiktheid van OVG en MON voor analyse van multimodale verplaatsingen.

Auteur(s)
Goeverden, K. van
Jaar
Samenvatting

We maken het overgrote deel van onze verplaatsingen met één vervoerwijze. Soms kan door gebruik van verschillende vervoerwijzen en combineren van hun sterke kanten een hogere verplaatsingskwaliteit verkregen worden. De kwaliteit van multimodale verplaatsingen kan verder verbeterd worden door het ongerief van het overstappen, het belangrijkste nadeel van multimodaal vervoer, te verkleinen. Voor beleid gericht op het faciliteren van multimodale verplaatsingen is het nuttig te weten wat omvang en kenmerken van multimaal vervoer zijn. Deze zijn vastgelegd in de grote nationale verplaatsingsonderzoeken, OVG en MON. De wijze van vastlegging heeft in de loop der tijd grote veranderingen ondergaan. De meest ingrijpende is die tussen oud- en nieuw-OVG (vóór en vanaf 1999). In het oude OVG worden per verplaatsing gegevens van maximaal vier ritten geregistreerd. In het nieuwe OVG en later het MON wordt in aanvulling op de basisenquête een na-enquête gehouden onder ov-gebruikers waarin hun verplaatsingen met ov-gebruik gedetailleerd vastgelegd worden. In deze paper wordt onderzocht of en hoe de verschillen in onderzoeksopzet de kwaliteit van beschrijving van multimodaal vervoer beïnvloeden. Om te beginnen kan gesteld worden, dat het nieuwe OVG en MON ongeschikt zijn voor analyse van multimodale verplaatsingen zonder ov-gebruik. Hiervoor kan slechts het oude OVG geraadpleegd worden. Verder is bekeken in hoeverre de bovengrens van vier ritten in het oude OVG de nauwkeurigheid van de registratie vermindert. Vergeleken met het nieuwe OVG en MON blijken in het oude OVG loopritten in het voor- en natransport vaak weggelaten te zijn, zijn ritten die achtereenvolgens met voertuigen van dezelfde vervoerwijze gemaakt zijn in hoge mate samengenomen, en zijn verplaatsingen in zeer beperkte mate afgekapt. Intermediaire loopritten, lopen van voertuig naar voertuig bij het overstappen, zijn zelden vermeld, maar dit geldt eveneens voor het nieuwe OVG en MON. Een interessant resultaat is, dat de verschillende onderzoeken geen verschillen laten zien in overstappen tussen voertuigen van verschillende vervoerwijzen. Registratie hiervan is kennelijk robuust en nauwelijks afhankelijk van de onderzoeksopzet. Daarentegen is registratie van overstappen tussen voertuigen van dezelfde vervoerwijze juist sterk afhankelijk van onderzoeksopzet en -uitvoering. Niet alleen is wat dit betreft een groot verschil gevonden tussen oud-OVG en nieuw-OVG, ook nieuw-OVG en MON (in zijn oorspronkelijke opzet) laten zeer verschillende resultaten zien, ondanks een ogenschijnlijk identieke onderzoeksopzet. (Author/publisher)

Publicatie aanvragen

4 + 6 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.

Publicatie

Bibliotheeknummer
20062173 e4 ST (In: ST 20062173 [electronic version only])
Uitgave

In: Samenwerken is topsport : 33ste Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk CVS : bundeling van bijdragen aan het colloquium gehouden te Amsterdam, 23 en 24 november 2006, deel 5, p. 1263-1281, 3 ref.

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.