Handboek Buurtbus : voor het opzetten en rijden van een buurtbus.

Auteur(s)
Takman, B. Maartens, M. (eindred.)
Jaar
Samenvatting

De eerste buurtbus rijdt op 27 augustus 1977 in het Zuid-Hollandse Berkenwoude. Onder aanvoering van het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat beginnen dat jaar vijf buurtbusprojecten. Het idee komt van de Engelse ‘community bus’. De Nederlandse buurtbus rijdt op het platteland waar te weinig reizigers zijn voor een streekbus. Vrijwillige chauffeurs besturen de buurtbus. Per rit kunnen er maximaal acht passagiers mee. Volgens de evaluatie in 1981 is de buurtbus een succes. De buurtbus is inmiddels een volwaardig onderdeel van het openbaar vervoer. Nederland telt ongeveer tweehonderd buurtbusprojecten. Per project is er een vereniging die de buurtbus rijdt. Bij elkaar tellen die verenigingen naar schatting een kleine 5.000 vrijwilligers. Per buurtbus zijn minimaal 25 vrijwilligers nodig. Meestal rijdt de buurtbus doordeweeks, soms ook op zaterdag. De frequentie is vaak één keer per uur. Meestal sluit de buurtbus op een halte of station aan op ander openbaar vervoer (bus, trein). Reizigers kunnen een papieren kaartje kopen en ook steeds vaker met hun OV-chipkaart betalen. Het tarief bedraagt 1,00 tot 3,50 euro per rit. Provincies (en metropoolregio’s in de Randstad) gaan over het openbaar vervoer, dus ook over de buurtbus. Gemeenten hebben ook belangen: die willen vervoer voor hun burgers en gaan over de haltes. De buurtbus lift mee op de concessie (exclusieve vergunning) van de provincie aan het ov-bedrijf in het gebied. De vervoerder stelt een buurtbus beschikbaar en geeft advies en steun aan het bestuur van de vereniging. Vanwege de vrijwilligers en 8-persoonsbus is het laten rijden van een buurtbus goedkoper dan een grote bus of Regiotaxi. Een buurtbus kost ongeveer 50.000 tot 60.000 euro per jaar. Die kosten zijn uiteindelijk voor de provincie of metropoolregio. Soms betalen ook de gemeente(n) of sponsors mee aan de buurtbus. Naast de buurtbus bestaan er andere vormen van kleinschalig vervoer met vrijwilligers, van Dorpsauto tot Wensbus]. Soms is dat vervoer vraaggestuurd: alleen als reizigers zich hebben aangemeld. De keuze is aan de provincie of metropoolregio, liefst in overleg met de gemeente(n). De buurtbus kent vijf sterke punten: landelijke formule: bijna iedereen kent hem makkelijk te vinden en te plannen: dienstregeling zit in ov-reisplanners je hoeft niet van tevoren te bellen, zoals bij Flexnetten en Regiotaxi’s relatief goedkoop: 50.000 tot 60.000 euro per jaar geworteld in de samenleving: chauffeurs kennen hun klanten. (Author/publisher)

Publicatie

Bibliotheeknummer
20170058 ST [electronic version only]
Uitgave

Ede, CROW-KpVV, 2016, 40 p., 9 ref.; K-D041

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.