Handleiding inregelen toeritdoseerinstallaties van de tweede generatie.

Auteur(s)
Grontmij Verkeer & Infrastructuur
Jaar
Samenvatting

Het beleid van Rijkswaterstaat richt zich onder andere op het beter benutten van de bestaande infrastructuur. Voor het inzetten van benuttingsmaatregelen is een integrale aanpak opgesteld, de Architectuur Verkeersbeheersing (AVB). Een onderdeel van de AVB is het lagenmodel waarin de problemen en oplossingen worden vastgelegd: • het beleid: welke problemen en ontwikkelingen spelen er, en hoe kunnen deze globaal worden aangepakt. Welke beleidsdoelen zijn er? • de regelstrategie: wat willen we bereiken met de verkeersafwikkeling en welke trajecten/wegen hebben de prioriteit bij de verkeersafwikkeling; • de regeltactieken: wat zijn de gewenste verkeerskundige effecten die men nastreeft; • regelscenario’s: hierin worden pakketten van maatregelen gespecificeerd die kunnen worden ingezet om de doelen te halen; • maatregelen: de instrumenten om de verkeersafwikkeling te sturen; • signalen: de informatiestroom op- en langs de snelweg zoals beeldstanden van signaalgevers of snelheidsgegevens uit de detectielussen. Een belangrijke maatregel die ingezet kan worden is de toeritdosering (TDI). Sinds 1989 zijn in Nederland ongeveer 35 toeritdoseerinstallaties geplaatst. De eerste projecten zijn intensief begeleid door AVV-medewerkers. Dat geldt zowel voor het opstarten, als voor het realiseren en evalueren. In de nabije toekomst staan nog tientallen TDI’s in het uitvoeringsprogramma van de verschillende Regionale Directies van Rijkswaterstaat. Het betreft hierbij TDI’s van de tweede generatie, waarvan de eerste eind 2001 in gebruik zijn genomen. Alle beschikbare documenten en programma’s voor het realiseren en beheren van tweede generatie TDI’s staan vermeld in het document ‘Overzicht literatuur en programmatuur voor een toeritdoseerinstallatie’. Voor het beheer van eerste generatie TDI’s zal men gebruik moeten maken van de daarvoor geldige documenten. De handleiding inregelen toeritdoseerinstallaties beoogt de beheerders in de regio op weg te helpen bij het inregelen. Daar waar in de handleiding gerefereerd wordt aan formules zijn deze uitsluitend bedoeld als toelichting op de formele documenten. Het gaat hierbij zowel om het inregelen voor de eerste ingebruikneming, als de wijze waarop tijdens de operationele periode van de installatie aandacht moet worden gegeven aan het verkeerskundig functioneren. Het verdere technisch functioneren heeft hier wel een relatie mee en zal, indien van toepassing, worden vermeld. Voor het technisch beheer wordt verder verwezen naar de handleidingen en andere informatie die bij doseerinstallaties horen en door de fabrikant bij de TDI worden geleverd. Hetzelfde geldt voor de programmatuur voor het instellen van parameters, het uitlezen van logfiles en het vernemen van storingen. Het totstandkomingsproces van de doseerinstallatie kent de volgende stappen: • probleemonderkenning; • haalbaarheid/noodzaakbepaling (vaak m.b.v. een simulatiestudie); • ontwerp en bestek; • fabricage; • afname; • inregelen; • beheer: technisch en verkeerskundig. Dit document richt zich op de laatste twee stappen. Bij de voorbereiding van de TDI is ingegaan op het verkeersbeeld en de congestieproblematiek als wel de civieltechnische omstandigheden. De toekomstige situatie bij de toerit wordt verkend door simulatie (bijvoorbeeld met FLASH). Netwerkeffecten op grotere schaal moeten anderszins worden ingeschat. Een schema van de opbouw van het apparaat, met daarin het onderscheid tussen een doseeralgoritme, een regelprogramma en de communicatie daartussen, is opgenomen in bijlage 1. Voor de bediening van de installatie staat in ieder geval de lokale terminal ter beschikking. Hiermee kunnen parameters worden ingesteld en waarden van parameters en variabelen (zie voor het onderscheid paragraaf 2.8 van deze handleiding) worden afgelezen. Voor een overzicht van de bedieningswijzen verwijzen we naar paragraaf 3.2 van deze handleiding. Deze handleiding is bestemd voor mensen die de doseerinstallaties in de dagelijkse praktijk beheren. Het formele beheer ligt bij de wegbeheerder, veelal de dienstkring van Rijkswaterstaat. De dienstkring verzorgt ook het technisch beheer, zoals het verhelpen van storingen aan lampen en detectoren. In dat opzicht is een doseerinstallatie gelijk aan een verkeersregelinstallatie. Voor het verkeerskundig beheer van een doseerinstallatie zijn ervaring en affiniteit met verkeerskunde en verkeersregeltechniek belangrijk. Voor zover deze niet binnen de dienstkring aanwezig zijn, kan een beroep gedaan worden op het 'centrale apparaat' van de Regionale Directie. Degene die het inregelen uitvoert, zal voldoende vertrouwd moeten zijn met de in deze handleiding en in de overige genoemde documenten behandelde materie. Het kunnen lezen van een computerprogramma in de taal C strekt tot aanbeveling. (Author/publisher)

Publicatie aanvragen

17 + 1 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.

Publicatie

Bibliotheeknummer
20030004 ST [electronic version only]
Uitgave

Rotterdam, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer AVV, 2002, 54 p., 17 ref.

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.