Gedurende het observationele onderzoek zijn rond de 350 scholieren driemaal geobserveerd tijdens het fietsen. Hierbij zijn de leerlingen geteld die met oordopjes in hun oren fietsten en/of een mobiel in hun hand hadden. Het eerste observatiemoment vond plaats voorafgaand aan de verkeerseducatie. Het tweede observatiemoment is uitgevoerd gelijk na afloop van de verkeerseducatie, op dezelfde dag dat de verkeerseducatie werd gegeven. Het derde observatiemoment vond een week na de verkeerseducatie plaats. Hierbij zijn significante verschillen gevonden tussen de percentages leerlingen die geen gebruik maakten van afleidende apparatuur op de fiets tussen het eerste observatiemoment in vergelijking tot het tweede en derde observatiemoment. (Author/publisher)
Samenvatting