Je zoon van 15 is slim en verstandig. Waarom doet hij dan soms van die ongelooflijk domme dingen? En waarom vindt hij zijn smartphone en onmiddellijke bevrediging belangrijker dan het plannen van zijn activiteiten? Waarom neemt hij soms onverantwoorde risico's? En hoe kan het dat tieners zich plots heel snel ontwikkelen en een eerdere achterstand omzetten in een voorsprong? Antwoord: de tiener is 'werk in uitvoering'. Dat hangt samen met de hersenrijping: die gaat door tot vér na het twintigste jaar. De steun, sturing en inspiratie die een tiener krijgt uit zijn omgeving, zijn essentieel voor die rijping. Ouders, onderwijsgevenden, sportcoaches: ze zorgen voor de kennis en ervaringen die een tiener nodig heeft om zich een optimale plek te verwerven in onze snel veranderende samenleving. 'Het tienerbrein' bespreekt de dertig neuropsychologische inzichten die iedere volwassene zou moeten hebben om een tiener te begrijpenen hem of haar zich te laten ontplooien. Aan de orde komen de hersenfuncties, cognitief functioneren, sociaal gedrag en slaap. Ook gaat het boek in op de verschillen tussen jongens en meisjes, hoe zij kiezen, plannen en beslissen. Het tienerbrein richt zich op gedrag, cognitie en ontplooiing thuis en op school, in sport en muziek. En het geeft aanbevelingen uit de neuropsychologische praktijk. Een must read voor ouders, maar evenzeer voor leraren, voor coaches in sport en muziek en voor opvoedprofessionals. (Author/publisher)
Samenvatting