Om meer (op de klant gericht) resultaat uit de aanbestedingen van het regionaal openbaar vervoer te halen, organiseerde het ministerie van Verkeer en Waterstaat vorig jaar een zogenaamde ‘masterclass’ voor bestuurders. Een belangrijke vraag die daar aan de orde kwam, was op welke wijze nog meer focus te verkrijgen zou zijn op de afstemming van het openbaar vervoer op reizigerswensen, naast de al bestaande input uit de regionale consumentenoverleggen en de klantenpanels. De resultaten van de masterclass zijn aan de Tweede Kamer overgebracht in vervolg op een kabinetsreactie op het advies Ondernemend regionaal openbaar vervoer voor meer reizigers van de Raad voor Verkeer en Waterstaat (2010). In de masterclass kwam nadrukkelijk de behoefte naar voren om een beter beeld te krijgen van wat bekend is over motieven van niet-ov-reizigers en keuzereizigers om (eventueel) van het openbaar vervoer gebruik te maken. Dit in relatie tot gegevens over waar het openbaar vervoer groeit en waar de kansen liggen om reizigers vast te houden en verder te groeien. Het directoraat-generaal Mobiliteit (DGMo) heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) gevraagd om hierin te voorzien met een meta-analyse gebaseerd op bestaande kennis en literatuur. (Author/publisher)
Samenvatting