In dit Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) is onderzocht in welke mate het verkeershandhavingsbeleid in Nederland momenteel doelmatig en doeltreffend is vormgegeven in relatie tot verkeersveiligheid, milieu en doorstroming op de weg. De aanleiding voor dit IBO was tweeledig. Ten eerste is er een toename te zien in het aantal verkeersslachtoffers. Internationaal gezien was Nederland jarenlang een voorloper op het gebied van verkeersveiligheid en de daar aan gekoppelde verkeershandhaving. Nederland behoort nog steeds tot de meest veilige landen in Europa, maar sinds enkele jaren is er wel een stijging in het aantal ernstig verkeersgewonden. De gestage afname van het aantal verkeersdoden, met uitzondering van 2015 toen er een stijging was, gaat in de richting van het beoogde maximale aantal van 500 verkeersdoden in 2020. Met ruim 20.000 ernstig verkeersgewonden in 2014 komt het doel van maximaal 10.600 ernstig verkeersgewonden in 2020 nog niet in zicht. Ten tweede blijft sinds 2007, met uitzondering van 2013, de realisatie van de ontvangsten op het artikel Boeten en Transacties achter bij wat van tevoren in de begroting werd geraamd. Dit artikel op de begroting van het ministerie van VenJ omvat het totaal aan ontvangsten van administratieve sancties, boetevonnissen, transactievoorstellen en strafbeschikkingen. In het onderzoek stonden de volgende vragen centraal: 1. Hoe is het beleid ten aanzien van de verkeershandhaving vormgegeven? Hoe ziet de relatie tussen de verkeershandhaving en de doelen ten aanzien van verkeersveiligheid mede in relatie tot milieu- en doorstromingsaspecten eruit? 2. Hoe ziet het totale beleidsinstrumentarium eruit en hoe werken verschillende instrumenten op elkaar in? 3. Is het handhavingsbeleid ten aanzien van verkeersveiligheid en milieuaspecten effectief en efficiënt vormgegeven? Worden de beleidsdoelen (minder CO2, minder geluidsoverlast, minder verkeersdoden en -gewonden) behaald? Is de causaliteit tussen beleidseffect en -inzet aantoonbaar of aannemelijk? 4. Zijn de totale (maatschappelijke) kosten en opbrengsten van de Wahv en het strafrecht in het kader van de verkeershandhaving en de beleidsdoelen proportioneel? Zouden de doelen tegen lagere kosten kunnen worden bereikt? 5. Welke aanpassingen in het handhavingsbeleid kunnen de effectiviteit en doelmatigheid vergroten (handhavingsmix)? De werkgroep heeft de vragen middels literatuuronderzoek, werkbezoeken en interviews beantwoord. In de afgelopen jaren zijn verbeteringen in het beleid van verkeershandhaving doorgevoerd, maar de werkgroep ziet dat op een aantal punten nog verbetering mogelijk is. (Author/publisher)
Samenvatting