Dit rapport doet verslag van een onderzoek naar de kosten van de verkeersonveiligheid. Doel van dit onderzoek was het vaststellen van de totale kosten ten gevolge van verkeersongevallen in Nederland, voorzover die uit verzekeringsgegevens zijn af te leiden. In het verleden is een aantal malen onderzoek gedaan naar de kosten van verkeersonveiligheid in Nederland; de laatste keer en het meest uitgebreid door Bureau McKinsey in 1985. De resultaten van deze studie, en met name het onderdeel inzake de kosten van verkeersongevallen in Nederland, weken sterk af van andere onderzoeksresultaten (onder andere van de SWOV). In het onderhavige onderzoek is gepoogd een deel van de resultaten uit het onderzoek van McKinsey te actualiseren, en om deze gegevens met een andere methodiek vast te stellen. In het onderzoek is gebruik gemaakt van het geautomatiseerde dataverwerkingsssyteem PROMISS. Door schadeverzekeringsmaatschappij Nationale-Nederlanden (NN) werd ten behoeve van het onderzoek per maart 1992 uit dit gegevensbestand een volledige uitdraai gemaakt van de schadeclaims over ongevallen, die in de periode van 1 februari 1991 tot en met 31 januari 1992 plaatsvonden. Voorts is gebruik gemaakt van een tweetal aselecte steekproeven die uit het PROMISS-bestand zijn getrokken. In hoofdstuk 2 van dit rapport wordt verslag gedaan van het vooronderzoek, waarin de mogelijkheden en beperkingen van bestaande gegevensbestanden zijn geanalyseerd. Dit vooronderzoek heeft geleid tot een aantal belangrijke keuzen inzake de opzet en uitvoering van het hoofdonderzoek. Een belangrijke keuze was om bij de berekening van de totale landelijke kosten ten gevolge van verkeersongevallen geen ophoging toe te passen op de schadeclaims waarbij letsel is gemeld. Hoofdstuk 3 gaat in op de opzet en de uitvoering van het hoofdonderzoek. Dit was erop gericht te komen tot een kwantitatieve bepaling van de kosten van verkeersongevallen. Hoofdstuk 4 behandelt de resultaten van het hoofdonderzoek. Een deel hiervan betreft de ophoging van de bij NN geconstateerde schadelasten naar landelijke schadelasten. Daarnaast zijn er resultaten betreffende de ophoging van de landelijke schadelasten van verzekeraars naar de totale landelijke kosten. Ten slotte volgt in hoofdstuk 5 een bespreking van de conclusies met aanbevelingen voor vervolgonderzoek. Eén van de belangrijkste conclusies is dat het niet door verzekering gedekte deel van de materiële schade door verkeersongevallen (in dit onderzoek geschat op 56%) veel groter is dan uit het McKinsey-onderzoek af te leiden valt. De eindschatting van McKinsey zou ongeveer 1226 miljoen hoger zijn uitgevallen, indien de schatting van 56% voor de niet gedekte schade wordt toegepast op McKinsey-gegevens. Analyse van de niet-geaggregeerde gegevens uit het PROMISS-bestand leidt tot uitkomsten die overeenstemmen met het Flury-model 'actie = reactie': de schade van de aansprakelijke en de benadeelde partij is gemiddeld evenredig bij ongelijksoortige partijen, engelijk bij gelijksoortige partijen. Tegenover de door verzekering gedekte schade van 3263 miljoen gulden staat volgens deze berekening een totale schade van ten minste 6069 miljoen gulden. Daarvan betreft 5194 miljoen gulden zaakschade, waarvan 2388 miljoen gulden door verzekering werd gedekt. De overige 875 miljoen betreft schade door letsel (geheel door verzekering gedekt). Buiten beschouwing blijven dan nog de kosten van justitie, politie en brandweer, en de behandelingskosten van verzekeraars
Kosten ten gevolge van verkeersongevallen
Jaar
SWOV-publicatie
Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.
- Op zoek naar meer SWOV-publicaties?
- Verder zoeken in onze overige publicaties?