Een evaluatieonderzoek naar het planproces en de inrichting van 30 km-gebieden onder 20 gemeenten laat opmerkelijke verschillen zien. Na een jaar zijn in bijna iedere wijk nog verbeterpunten aan te wijzen, veelal rond wijkvoorzieningen zoals scholen, sportzalen en bibliotheek. Ook de ingangen van de wijk, de poortconstructies, zijn nog relatief onveilig. Hier gebeuren de meeste ongelukken. In tegenstelling tot de wijken uit de jaren ‘80 met een hofjes- of woonervenstructuur, zijn wijken uit de vijftiger en zestiger jaren door hun rasterstructuur met een sobere aanpak moeilijk duurzaam veilig te maken. Handhaving blijft noodzakelijk, ook om het ‘wildparkeren’ tegen te gaan en de wijken goed toegankelijk te houden voor dienstverlenend verkeer. De bevolking kent de wijk en speelt een belangrijke rol bij het verbeteren van de verkeersveiligheid in objectieve en subjectieve zin. Veel gemeenten kiezen voor nuttige samenwerking met een bewonersgroep. (Author/publisher)
Samenvatting