Meer bereiken met een brede blik op mobiliteit : overzicht van trends en ontwikkelingen voor integraal mobiliteitsbeleid.

Auteur(s)
-
Jaar
Samenvatting

Het schetsen van trends en ontwikkelingen is geen doel maar een middel. Zowel in bedrijven als bij overheden en in transitieprocessen wordt een toekomstverkenning vaak gebruikt om visie te ontwikkelen, om de discussie over de toekomst op gang te brengen en om samenhang in beleidskeuzes en draagvlak te creëren. Vaak wordt gebruikgemaakt van scenario’s, hetgeen aansluit bij het idee dat de toekomst niet te voorspellen is en dat er meerdere (keuze-) mogelijkheden zijn1. In de MIRT-onderzoeken worden de nationale ambities uit de SVIR geoperationaliseerd in de corridors en gekoppeld aan de regionale opgaven en ambities. Overheden werken samen en maken ruimte voor burgers en bedrijven om deze ambities te realiseren. Voor de Meer Bereiken-onderzoeken betreft dit de volgende ambities: Nederlandse economische kerngebieden zijn blijvend bereikbaar en kunnen wereldwijd met andere stedelijke regio’s concurreren; Personen en goederen kunnen duurzaam, veilig en binnen voorspelbare tijd worden verplaatst, ter land, te water en in de lucht; Nederlanders waarderen de kwaliteit van stad en land met een dikke voldoende. In Meer Bereiken MIRT-onderzoeken werken rijk, regio, markt en maatschappelijk veld samen met een brede blik aan slimme oplossingen die bijdragen aan het voorkomen van toekomstige (bereikbaarheids)opgaven en aan het realiseren van ambities in de corridors. In deze onderzoeken is aandacht voor zowel de huidige situatie als die in 2020, 2030 en 2040. Er is behoefte aan een beeld van de trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op de mobiliteitsvraag- en aanbod in de toekomst; vooral in relatie tot ruimtelijk-economische, technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Bij de toepassing van de Meer Bereiken-aanpak in de MIRT-onderzoeken past een meer gebiedsgerichte en vraaggerichte manier van denken, met nieuwe accenten: Van infrastructuurgericht naar gebiedsgericht, met aandacht voor samenhang en meekoppelkansen tussen opgaven; Van technische oriëntatie op infrastructuur naar het gedrag van de reiziger en de verlader; Van openbaar vervoer, spoor, water en weg naar een samenhangend bereikbaarheidssysteem; Van uniforme aanpak naar maatwerkoplossingen. Door meer inzicht in belangrijke maatschappelijke trends en ontwikkelingen kunnen (regionale) bereikbaarheid- en mobiliteitsvraagstukken en andere gebiedsopgaven in onderlinge samenhang benaderd worden. Daarnaast draagt het verkennen van oplossingsrichtingen langs vijf sporen (“innoveren”, “informeren”, “inrichten”, “in stand houden” en “infrastructuur”) bij aan een breder palet met mogelijke maatregelen. Dit vergt een integrale aanpak van inhoud en proces, inclusief het omgaan met onzekerheden. Dit document heeft als doel een overzicht bieden van de meest relevante trends en ontwikkelingen. Het rapport vormt daarmee een discussie- en verzameldocument met handvatten voor brede Meer Bereiken-onderzoeken in de verschillende fasen van het MIRT. In het rapport maken we onderscheid tussen relevante trends die (indirect) van belang kunnen zijn op bereikbaarheid en mobiliteit (Hoofdstuk 2) en ontwikkelingen die direct van belang kunnen zijn op de regionale ambities en opgaven op het gebied van economische vitaliteit, bereikbaarheid en leefomgeving. Hoofdstuk 3 t/m 5 behandelt achtereenvolgens de demografie, economie en ruimtelijke ontwikkeling. Hiermee wordt vooral de context beschreven die helpt bij het formuleren van de opgaven voor de MIRT-onderzoeken. Hoofdstuk 6 en 7 (bereikbaarheid, klimaat, energie, leefomgeving en veiligheid) geeft vooral informatie die helpt oplossingsrichtingen te bedenken voor die opgaven. De basis van deze hoofdstukken wordt gevormd door de concept-factsheets/presentaties zoals gepresenteerd tijdens een MIRT-kennisbijeenkomst (juni 2015). Op deze bijeenkomst kwam de wens meer aandacht te geven aan het omgaan met onzekerheden (zowel inhoudelijk als bestuurlijk). In Hoofdstuk 1 komt dit langs bij de bespreking van de WLO-scenario’s en de thema’s en elementen die daar onderdeel van uitmaken. Bij elk van de bovengenoemde ontwikkelingen (Hoofdstuk 3 t/m 7) komen de WLO-scenario’s terug. Deze kennisvragen vormen de basis voor een kennisagenda om voor die onderwerpen extra aandacht te geven, bijvoorbeeld in de vorm van verdiepingsbijeenkomsten of als aanvulling van dit document. Dit document blijft hiermee een levend document wat meebeweegt met de kennisbehoefte tijdens het MIRT-traject. (Author/publisher)

Publicatie

Bibliotheeknummer
20170059 ST [electronic version only]
Uitgave

Ede, CROW-KpVV, 2016, 84 p., ref.

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.