In de PKB deel 3 van het NWP wordt aangekondigd dat, in het verlengde van de vaststelling van het advies van de interbestuurlijke taskforce doorvertaling doelen in de bestuurlijke regiegroep, per provincie en kaderwetgebied doelstellingen zullen worden vastgesteld als doorvertaling van het nationale verkeersveiligheidsdoel. De overheden toetsen komend jaar de door de taskforce voorgestelde voorlopige doelstellingen op haalbaarheid en benodigde randvoorwaarden. Op basis hiervan maken de overheden begin 2002 bestuurlijke afspraken over de te hanteren definitieve doelstellingen, de hiertoe te vervullen randvoorwaarden en de monitoring en evaluatie. Bij randvoorwaarden moet niet alleen worden gedacht aan financiële middelen, maar bijvoorbeeld ook aan benodigd instrumentarium en draagvlak bij bestuurders, bedrijven en burgers. De resultaten van dit proces worden daarnaast gebruikt ten behoeve van de besluitvorming tijdens de Kabinetsformatie in de zomer van 2002 over de toekenning van de middelen die voor de tweede Duurzaam Veilig zijn geclaimd in het kader van de ICES. De gezamenlijk vastgestelde set doelen en randvoorwaarden is vervolgens het uitgangspunt voor de PWP's en RWP's. Om begin 2002 nationaal bestuurlijke afspraken te kunnen maken is het noodzakelijk zeker te stellen dat de resultaten van de toetsingsprocessen in provincies en kaderwetgebieden voldoende vergelijkbaar zijn. Verschillen tussen gebieden moeten immers het resultaat zijn van regionale verschillen, en niet van verschillen in de gehanteerde methodiek: een gulden of een verkeersslachtoffer moet in Friesland hetzelfde zijn als in de Stadsregio Eindhoven. Het is dan ook wenselijk gezamenlijk afspraken te maken over de na te streven vergelijkbaarheid. Dit richt zich op die zaken waar nationale vergelijkbaarheid ook echt van belang is. De te hanteren procesarchitectuur valt hier bijvoorbeeld niet onder, omdat dit nadrukkelijk de verantwoordelijkheid van de regio zelf is. Voorjaar 2001 heeft een taskforce bestaande uit Rob Duvergé (provincie Friesland, voorzitter taskforce doorvertaling), Pieter van Vliet (AVV), Paul Wesemann en Theo Janssen (beide SWOV), Lodewijk Lacroix (DGP) en aan het slot Muk van Ravels (ROA) de basis gelegd voor een methodiek die kan bijdragen aan het creëren van een voldoende mate van vergelijkbaarheid. Op 26 april is dit advies besproken in het Vakberaad verkeersveiligheid van de provincies en op 2 mei in de plangroep Duurzaam veilig. De eindrapportage is op 23 mei vastgesteld in de Bestuurlijke Regiegroep Duurzaam Veilig. (Author/publisher)
Samenvatting