De rijks- en provinciale wegbeheerders van de provincie Zeeland hebben West-Zeeuwsch-Vlaanderen als proefgebied aangewezen voor een fundamentele aanpak van de verkeersveiligheidsproblemen. Het project heeft van de rijksoverheid de status van een demonstratieproject gekregen in het kader van stimulering van de duurzaam-veilige aanpak. De Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat heeft de SWOV opgedragen het monitorsysteem voor het demonstratieproject te leveren met draaiboek en planning. Het dient mede een handleiding te zijn waarmee een projectbureau de monitoractiviteiten moet kunnen uitzetten en begeleiden. Deze definitiestudie behelst een verantwoording van het monitorsysteem. Het monitorsysteem bevat activiteiten voor het aangeven van ontwikkelingen in de verkeersonveiligheid van West-Zeeuwsch-Vlaanderen en voor het vastleggen van de invloed daarop door het maatregelenpakket. Demonitoring bestaat dus uit twee hoofddelen: de procesmonitoring en de effectmetingen. Demaatregelen betreffen wijzigingen in de infrastructuur, veranderingen in het verkeersgedrag, met name snelheid van motorvoertuigen, beïnvloeding van de meningen en vergroting van het draagvlak door voorlichting, educatie en overige communicatie-activiteiten. Ook moet de voortgang van de voorbereiding en de uitvoering van deelprojecten worden vastgelegd, zodat eventueel tijdig kan worden bijgestuurd. De effectmetingen worden onderscheiden in korte termijn- en lange termijn-metingen. De korte termijn-effectmetingen vinden periodiek plaats en worden onderverdeeld in metingen voor het hele demonstratiegebied en metingen voor deelprojecten. Bij de metingen voor de deelprojecten worden de effecten onderscheiden naar het soort maatregelen. Er zijn drie soorten: infrastructurele en snelheidsbeïnvloedende maatregelen en communicatieprojecten. De infrastructurele maatregelen worden aanvullend getoetst aan de duurzaam-veilige ontwerpprincipes. Hiervoor is een (nul)meting vereist voordat met de uitvoering van de maatregelen gestart is. Een tweede meting wordt gehouden op enige termijn, in ieder geval na de uitvoering van het pakket maatregelen. Deze lange termijn-effectmetingen worden onderscheiden naar ontwerpprincipes betreffende de functionaliteit, de vormgeving en de herkenbaarheid van het wegennet in West-Zeeuwsch-Vlaanderen. In het draaiboek wordt in beginsel van elke effectmeting de volgende informatie gegeven: doelstelling, verwachte effecten (alleen bij de integrale meting is een taakstelling geformuleerd voor de effecten), indicatoren (de meetgrootheden voor de effecten), de meetopzet met meetinstrumenten, brongegevens en analysemethode, een produktbeschrijving, de planning met inspanningen (globale schatting van aantal mensmaanden en kosten), beslismomenten en relaties met andere monitoractiviteiten en de actoren met potentiële trekker, uitvoerders en overige actoren
Monitoring of the demonstration project `sustainable-safe Western Zealand Flanders': a definition study The state and provincial road authorities of the province of Zealand have allocated Western Zealand Flanders as a pilot area for a fundamental approach towards road safety problems. The project has been given the status of a demonstration project by the state, as part of a plan to stimulate the `sustainable safe' approach. The Netherlands Transport Research Centre AVV of the Ministry of Public Works has asked the SWOV to supply the monitoring system for the demonstration project, together with a scenario and a time plan. Itshould also serve as a manual with which a project office can set out and supervise the monitoring activities. This definition study includes an explanation of the monitoring system. The monitoring system contains activities to describe developments in road hazard in Western Zealand Flanders and to establish how the planned set of measures could influence this factor. The monitoring system therefore consists of two main sections: process monitoring and effect measurements. The measurements concern changes to the infrastructure, changes in behaviour in traffic, particularly the speed of motor vehicles and whether attitudes have changed and the base of support increased through information campaigns, education and other communication activities. In addition, the progress of the preparatory activities and implementation of sub-projects should be determined, so that these can be adjusted in time if necessary. The effect measurements are distinguished into short term and long term measurements. The short term effect measurements are performed periodically and are subdivided into measurements for the entire demonstration area and measurements for sub-projects. With the measurements for the sub-projects, the effects are distinguished depending on the type of measure. There are three types: infrastructural measures, speed-influencing measures and communication projects. The infrastructural measures are tested as supplement to the sustainable safe design principles. This requires a (zero) measurement before implementation of the measures has commenced. A second measurement is held some time later, in any case after implementation of the package of measures has been initiated. These long term effect measurements are distinguished on the basis of design principles relating to functionality, design and recognisability of the road network in Western Zealand Flanders. The scenario in principle offers the following information for each effect measurement: objective, anticipated effects (a task setting is only formulated for the effects measured overall), indicators (the measurement variables for the effects), the measurement setup with measurement instruments, source data and method of analysis, a product description, the planning with efforts involved (rough estimation of number of man months and costs), moments of decisionmaking and relationships with other monitoring activities and the associated factors such as potential attractive forces, implementors and other influencing parties