Nederlanders en hun auto

Een overzicht van de afgelopen tien jaar
Auteur(s)
Kampert, A. Nijenhuis, J. Spoel, M. van der & Molnár-in ‘t Veld, H.
Jaar
Samenvatting

In Nederland is de bevolking de afgelopen jaren gegroeid en daarmee samenhangend nam ook de automobiliteit in Nederland toe. Naast een toename van de bevolking is de samenstelling de afgelopen jaren ook veranderd. Zo blijf het aantal ouderen toenemen en maken zij een steeds groter deel uit van de bevolking. De vergrijzing heef een dempend effect op de groei van de automobiliteit volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Een groter aandeel ouderen betekent namelijk een kleiner aandeel mensen in de meest mobiele, werkzame leeftijd. Ouderen reizen immers minder dan mensen in de werkzame leeftijd. Wel spreekt PBL de verwachting uit dat toekomstige generatie ouderen zich vaker, langer en verder verplaatsen dan eerdere generaties ouderen. Deze toekomstige generatie ouderen zal namelijk welvarender, vitaler, actiever en mobieler zijn dan de huidige generatie ouderen. Het PBL verwacht dat vanaf 2020 de vergrijzing een groter effect heef op de mobiliteit dan het stuwend effect van de bevolkingsgroei. Mensen uit verschillende leeftijdsgroepen hebben verschillende mobiliteitspatronen omdat zij andere activiteiten ondernemen. Jongeren reizen vaker met het openbaar vervoer. Studerende jongeren kunnen vrij reizen met hun studenten Ov-jaarkaart. Het rijbewijsbezit van 17- tot 20-jarigen nam de laatste jaren toe. Toch zijn jongvolwassenen van nu minder automobiel dan hun voorgangers, zo blijkt uit onderzoek van KIM. Er wordt ook wel gesproken van een autoluwe generatie. Dit kan een duurzame gedragsverandering zijn, maar het kan ook dat de aanschaf van de auto uitgesteld wordt tot op latere leeftijd. Tegenwoordig settelen twintigers zich op latere leeftijd dan ten jaar geleden. Deze ‘flex-generatie’ volgt langer onderwijs en heef op latere leeftijd een vaste baan en een vaste relatie. Een huis kopen en het krijgen van kinderen, ‘het ultieme settelen’, lijkt meer iets voor de dertigers dan de twintigers. Daarnaast kunnen ook de verslechterde economische situatie en het feit dat jongeren relatief vaker in stedelijke gebieden wonen eraan hebben bijgedragen dat jongeren zich steeds vaker op de fiets en het openbaar vervoer richten in plaats van op de auto. De keuze voor een auto is verschillend voor mensen uit andere generaties. Voor jongeren is de prijs voor het grootste deel bepalend bij de aankoop van een auto en zij zullen waarschijnlijk vaker een kleine tweedehands auto hebben. Ouderen kiezen vaker voor een iets ruimere auto, met een hoge instap. De uitkomsten in dit artikel laten zien hoe het autobezit en -gebruik zich heef ontwikkeld in relatie tot de ontwikkeling en leefijdssamenstelling van de bevolking. Wat dragen de personenauto’s van de verschillende leeftijdsgroepen bij aan het totaal aantal kilometers dat wordt afgelegd? En hoe is dit veranderd ten opzichte van ten jaar geleden? Bezitten mensen nu andere typen auto’s dan ten jaar geleden? (Author/publisher)

Bibliotheeknummer
20170149 ST
Uitgave

Den Haag/Heerlen/Bonaire, Centraal Bureau voor de Statistiek CBS, 2017, 16 p., 24 ref.; Bevolkingstrends ; 2017-2

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.