De capaciteit van een rijstrook van een toerit naar een (turbo)rotonde wordt bepaald door de rotonde-intensiteit, de hiaatacceptatie, de schijnconflicten, de mate van clustering van het rotondeverkeer en de verdeling van het verkeer over de twee rotondestroken van een turborotonde. De beschikbare analytische modellen blijken ontoereikend om de invloed van al deze factoren op een verantwoorde wijze weer te geven. In het kader van het promotieonderzoek van eerstgenoemde auteur en het afstudeerwerk van de co-auteur zijn dezelfde databestanden van waarnemingen op enkelstrooks en meerstrooksrotondes gebruikt voor het schatten van coëfficiënten van een uit de literatuur bekende conflict-stroommodellen, hiaat-acceptatiemodellen en een commercieel beschikbaar microsimulatiemodel. Door combinatie van de uitkomsten daarvan is het mogelijk de invloed van elk van bovengenoemde invloedsfactoren te bepalen. (Author/publisher)
Samenvatting