Perspectiefwisseling in de rijopleiding om de interactie tussen vrachtauto’s en personenauto’s te verbeteren

Mogelijke trainingsvormen en advies over de evaluatie van een pilottraining
Auteur(s)
Vlakveld, W.P.; Hoekstra, A.T.G.
Jaar
Op verzoek van Transport en Logistiek Nederland (TLN) is de SWOV op basis van bestaande literatuur nagegaan hoe een les in de rijopleiding voor personenauto’s het beste vormgegeven kan worden, zodat toekomstige automobilisten zich meer bewust worden van de rijeigenschappen van vrachtauto’s en de rijtaak van vrachtautochauffeurs. De bedoeling is dat toekomstige automobilisten door deze les zich veiliger en coulanter in de omgeving van vrachtauto’s gaan gedragen. TLN had daarbij de voorkeur voor een les in een vrachtauto, maar andere lesvormen waarmee de leerdoelen gerealiseerd zouden kunnen worden, dienden ook onderzocht te worden. Ten slotte wilde TLN weten hoe onderzocht zou kunnen worden of een eventuele pilottraining effect heeft gehad. Om te beginnen is nagegaan wat bekend is over het ontstaan van auto-vrachtauto-ongevallen. Wanneer alleen naar de directe toedracht van deze ongevallen gekeken wordt, blijkt dat bij het ontstaan van auto-vrachtauto-ongevallen, de verkeersregels ongeveer even vaak overtreden worden door automobilisten als door vrachtautochauffeurs. Als echter ook naar de achterliggende oorzaken gekeken wordt, dan kan de conclusie getrokken worden dat veel ongevallen voorkómen hadden kunnen worden indien automobilisten zich meer bewust waren geweest van de rijeigenschappen van vrachtauto’s en op basis daarvan hun gedrag hadden aangepast. Vervolgens is nagegaan of automobilisten die naast een B-rijbewijs ook een C- of D-rijbewijs hebben, als automobilist minder vaak betrokken zijn bij ongevallen met een vrachtauto dan automobilisten die alleen het rijbewijs B hebben. Dit bleek inderdaad het geval te zijn. Het is echter niet met zekerheid te zeggen dat dit komt doordat automobilisten met een rijbevoegdheid voor een zwaar voertuig, het verkeer hebben leren ervaren vanuit het perspectief van een vrachtauto of bus. Het blijkt namelijk dat deze automobilisten niet alleen minder vaak betrokken zijn bij auto-vrachtauto-ongevallen, maar ook minder vaak bij andere typen verkeersongevallen. In de literatuur is gezocht of er al trainingen bestaan waarin automobilisten beter leren omgaan met vrachtverkeer. Dit bleek niet het geval te zijn. Wel is er onderzoek gedaan naar het effect van een korte training voor automobilisten om ze beter om te leren gaan met motoren in het verkeer. In deze training stond perspectiefwisseling centraal. Deze training voor automobilisten bestond uit het maken van een gevaarherkenningstaak voor motorrijders en het rijden op een eenvoudige motorsimulator. Door deze training verbeterde hun houding ten opzichte van motorrijders. Het bleek dat de gevaarherkenningstaak meer had bijgedragen aan die attitudeverandering dan de rit op de motorsimulator. Welke vorm de uiteindelijke les ook zal krijgen, essentieel is dat automobilisten leren kijken vanuit het perspectief van de vrachtautochauffeur. Uit onderzoek naar perspectiefwisseling is gebleken dat door de wereld te leren zien vanuit het perspectief van de ander, de scherpe kanten van een sterk ‘wij’ (automobilisten) en ‘zij’ (vrachtautochauffeurs) worden afgehaald en dat men ‘soepeler’ met elkaar omgaat. Wel is het van belang dat men voldoende informatie over de ander heeft om zich te verplaatsen in zijn rol, en dat men niet alleen denkt vanuit de stereotypen die men over die ander al heeft. Uit onderzoek is voorts gebleken dat voor succesvolle perspectiefwisseling het niet strikt noodzakelijk is dat men de rol van de ander daadwerkelijk tijdelijk aanneemt. Men kan zich dus ook verplaatsen in de rijtaak van vrachtautochauffeurs en daardoor als automobilist meer rekening met het vrachtverkeer gaan houden, zonder zelf vrachtauto gereden te hebben. In dit rapport worden acht mogelijke varianten besproken van een les over omgang met vrachtverkeer in de basisrijopleiding voor automobilisten. In drie van die varianten wordt gebruikgemaakt van een vrachtauto als leermiddel. Deze varianten zijn: 1) een rijles in een vrachtauto in het verkeer, 2) een rijles in een vrachtauto op een verkeersoefenterrein en 3) een rijles in het verkeer waarbij de leerling de rol van bijrijder vervult. Bij twee varianten wordt gebruikgemaakt van een rijsimulator. Deze varianten zijn: 4) een les in een vrachtautorijsimulator en 5) een les in een autorijsimulator waarbij het mogelijk is beelden terug te spelen vanuit het perspectief van de in de verkeerssituaties betrokken vrachtauto. In drie varianten wordt er noch in een vrachtauto noch in een simulator gereden. Bij twee daarvan gaat het om een les die aangeboden wordt via internet (e-learning). Bij de eerste van die twee staat de rol van de automobilist centraal (variant 6) en bij de tweede dient de leerling taken te verrichten in de rol van vrachtautochauffeur (variant 7). De laatste variant (8) betreft een groepsdiscussie naar aanleiding van een film die opgenomen is vanuit het perspectief van een vrachtautochauffeur. De acht varianten zijn beoordeeld op vier onderwijskundige criteria. Deze criteria zijn: realisatie van de leerdoelen, transfer naar de praktijk, retentie (beklijft het geleerde?) en de mate waarin de leerlingen gemotiveerd zullen zijn voor de les. Daarnaast zijn de varianten beoordeeld op ontwikkelkosten, exploitatiekosten, praktische uitvoerbaarheid en mogelijke juridische problemen. Van de varianten met een vrachtauto als leermiddel wordt de variant waarbij de leerling de rol van bijrijder vervult als beste beoordeeld. Vanuit onderwijskundig perspectief is een les in een rijsimulator te prefereren boven een les in een vrachtauto. Het beste kan de les dan gegeven worden in een autorijsimulator waarbij de beelden teruggespeeld kunnen worden vanuit het perspectief van de in de verkeerssituaties betrokken vrachtauto. Een groot nadeel van rijsimulatoren is echter de praktische uitvoerbaarheid, omdat er nog te weinig rijsimulatoren zijn om elke rijschoolleerling een les aan te bieden. Van de varianten waarbij niet wordt gereden scoort de variant waarbij de leerling meekijkt met een vrachtautochauffeur en taken verricht vanuit het perspectief van de vrachtautochauffeur (variant 7) het beste. Mede gelet op de praktische uitvoerbaarheid is deze variant 7 ook de beste van alle acht varianten. Mocht TLN beslissen om door te gaan met het ontwikkelen van een les voor de basisrijopleiding van automobilisten dan adviseert de SWOV om deze variant nader uit te werken en te evalueren. Voor de evaluatie van een proefproject met een gekozen trainingsvariant wordt aangeraden het gedrag in een experiment te meten (bijvoorbeeld in een rijsimulator) en voor attitudes vragenlijsten te gebruiken. Daar een voormeting niet mogelijk is (vooraf aan de rijopleiding mag immers niet in een auto gereden worden), kan alleen een zogeheten tussen-persoonsdesign gebruikt worden. In dit onderzoeksdesign worden de scores van een experimentele groep die de les heeft gevolgd vergeleken met de scores van een controlegroep die niet de les heeft gevolgd.
The use of perspective taking in the driver training to improve the interaction between lorries and passenger cars; Possible training variants and advice on the evaluation of a pilot training. Commissioned by the Dutch Employers Organisation on Transport and Logistics TLN, SWOV investigated the possibilities of a lesson that aims to make novice drivers more aware of the driving characteristics of lorries and the driving task of lorry drivers. Such a lesson is intended to be included in the basic driver training so that future drivers will behave more safely in the vicinity of lorries and are more willing to take account of the interests of lorry drivers. TLN preferred a lesson that would take place in a lorry but lessons not including a lorry should also be considered. Finally, TLN wanted to know how a possible pilot training could be evaluated. First, it was investigated what is known about the causes of car-lorry crashes. If only the manoeuvres immediately preceding the crash are taken into account, car-lorry crashes are about equally often caused by errors or violations committed by the car driver as by errors and violations committed by the lorry driver. However, when the underlying causes are also considered, one may conclude that many car-lorry crashes could have been avoided if car drivers had been more aware of the driving characteristics of lorries and the driving task of lorry drivers and had adjusted their behaviour. Next, crash data was studied to see whether car drivers who also possess a licence for a heavy vehicle (lorry or bus) have fewer car-lorry crashes than car drivers who only possess a licence for passenger cars. This was indeed the case. However, car drivers who also possess a licence for a heavy vehicle are involved in fewer crashes of other types. Therefore, one cannot conclude that car drivers who also possess a licence for a heavy vehicle are less frequently involved in car-lorry crashes because they have learned to take the perspective of lorry or bus drivers. A literature review was used to determine whether training programmes to teach (learner) car drivers how to deal with heavy traffic have already been developed and evaluated. No such programmes were found. However, a brief training programme to improve car drivers’ attitudes towards motorcyclists has been developed and evaluated. This training programme consisted of a hazard perception task for motorcyclists and a ride on a simple motor simulator. This training was found to improve attitudes toward motorcyclists and this was due to the hazard perception task more than to the drive on the motor simulator. Whatever the content of the eventual lesson will be, experiencing traffic situations from the perspective of the lorry driver will be an essential element. Research on perspective taking shows that perspective taking smoothens the interaction between groups and prevents people thinking only in terms of ‘ingroup’ (car drivers) and ‘outgroup’ (lorry drivers). It is important, however, to have sufficient information about the other group to be able to put oneself in the other’s place. Furthermore, it is essential that the perspective taking is not based on stereotypes of the outgroup if one wishes to promote perspective taking. Research also indicates that is not strictly necessary to perform the role of the other (in this case, temporarily being a lorry driver) to successfully take the other’s perspective. This implies that lessons in which learner drivers do not actually drive a lorry can also be effective. This report discusses eight different variants of a lesson intended to improve the interaction with lorry drivers. In three of the variants a lorry is used: 1) driving a lorry in traffic, 2) driving a lorry on a track, and 3) accompanying a lorry driver in traffic. Two of the variants use a driving simulator: 4) a lesson in a simulator for lorries and 5) a lesson in a simulator for cars in which situations can be played back from the perspective of the lorry driver that is involved in the traffic situations. In the other three variants the learners neither drive a lorry, nor drive in a simulator. Two of these variants involve e-learning and can be presented via internet. In the first of these variants 6) the perspective of the car driver is taken, and in the second 7) the learner has to perform tasks from the perspective of the lorry driver. The last variant is 8) a group discussion after having watched a video in which a lorry driver is confronted with cars that behave dangerously. All eight variants have been assessed on four didactic criteria. These criteria are: achievement of the training goals, transfer into practice, retention and the extent to which learners will be motivated to take the lesson. The variants have also been assessed on a number of non-didactic criteria: development costs, exploitation costs, practicability, and legal problems. Of the variants in which a lorry is used, the variant in which the learner accompanies a lorry driver has the highest overall scores on the criteria. From an educational perspective, a lesson in a simulator has more didactic advantages than a lesson in a lorry. When simulator is used, the variant in which situations can be played back from the perspective of the lorry driver that is involved in the traffic situations (variant 5), scores best. However, simulator training is difficult to realize because there are not enough simulators for training purposes in the Netherlands. Of the three variants in which the learners do not drive or do not accompany a driver, the e-learning module in which the learner has to take the perspective of the lorry driver scores best (variant 7). All things considered, this variant (7) that can be presented via internet and in which the learner takes the perspective of the lorry driver scores best of all variants. If TLN may decide to develop a lesson, it is SWOV’s advice to develop and evaluate this variant. To evaluate a pilot project with a chosen variant, SWOV advises TLN to conduct an experiment in which the behaviour is measured (for instance in a driving simulator) and in which attitudes are measured with a questionnaire. As a pre-test is not possible, because drivers are not allowed to drive before they have acquired a licence, only a so-called between subjects design can be used. In this research design the scores of an experimental group who have attended the lesson are compared with the scores of a control group who have not.
Rapportnummer
R-2012-16
Pagina's
68 + 5
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.