Registraties van verkeersdoden in Nederland

Hoe verhouden verschillende bronbestanden zich tot elkaar?
Auteur(s)
Bos, N.M.; Temürhan, M.; Stipdonk, H.L.; Aarts, L.T.
Jaar

SWOV heeft onderzoek gedaan naar overeenkomsten en verschillen tussen enerzijds de gegevens over het officiële aantal verkeersdoden (vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS) en anderzijds de gegevens in de ongevallenregistratie BRON[1] (gebaseerd op de politieregistratie en verwerkt door Rijkswaterstaat). Dit onderzoek is van belang voor verkeersprofessionals omdat veel verkeersveiligheids­analyses worden uitgevoerd op basis van BRON, terwijl BRON niet alle dodelijke ongevallen bevat, en de dodelijke ongevallen in BRON niet per definitie ook in de Statistiek Verkeersdoden van het CBS voorkomen.

Jaarlijks overlijden er ruim 142.000 mensen in Nederland, waarvan circa 5% een niet-natuurlijke dood sterft. Hiervan overlijdt circa 9% (600) aan de gevolgen van een verkeersongeval. De informatie over verkeersdoden in Nederland wordt door het CBS vastgelegd in de Statistiek Verkeersdoden. Deze statistiek komt tot stand door verschillende bronnen waarin verkeersdoden voorkomen, te combineren. We beschouwen de Statistiek Verkeersdoden dan ook als een betrouwbare bepaling van ‘de werkelijke aantallen’ verkeersdoden.

In het werkveld is het gebruikelijk om verkeersveiligheids­analyses uit te voeren op het verkeers­ongevallenregistratiebestand BRON. Ook hierin zijn verkeersdoden te vinden. Dit bestand is gebaseerd op registraties van verkeersongevallen door de politie, Rijkswaterstaat stelt het bestand samen. Bij de totstandkoming van de Statistiek Verkeersdoden maakt het CBS onder andere gebruik van een voorlopige versie van BRON. De details die in BRON beschikbaar zijn over elk ongeval, zijn veel uitvoeriger dan die in de Statistiek Verkeerdoden. In BRON staan echter niet alle verkeersdoden, de registratie is minder compleet dan de Statistiek Verkeersdoden. Bij het interpreteren van resultaten die op basis van BRON worden verkregen, moet daarom rekening worden gehouden met die incompleetheid, naast een mogelijke bias.

Relaties tussen beide bestanden

SWOV heeft nader onderzoek gedaan naar de overeenkomsten en verschillen tussen gegevens over verkeersdoden in BRON enerzijds en in de Statistiek Verkeersdoden anderzijds. Ook doen we aanbevelingen hoe met deze overeenkomsten en verschillen kan worden omgegaan. Hiervoor zijn gegevens bij het CBS geanalyseerd uit de periode 2011-2016. Het aantal verkeersdoden in BRON bedroeg in die periode circa 84% van het aantal in de Statistiek Verkeersdoden. We noemen die 84% ‘de registratiegraad van verkeersdoden in BRON’.

In dit onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen gesteld:

  1. Zijn in BRON verkeersdoden geregistreerd die niet voorkomen in de Statistiek Verkeersdoden? Zo ja, hoeveel zijn dat er jaarlijks? Kunnen deze onder een andere doodsoorzaak gevonden worden in de Statistiek Doodsoorzaken en de Statistiek Niet-Natuurlijke Doden? Wat is in dat geval de externe oorzaak? En wat zijn de karakteristieken van deze ‘verkeersdoden’ in BRON?
  2. Welke karakteristieken hebben verkeersdoden die wel voorkomen in de Statistiek Verkeersdoden maar die in BRON ontbreken?
  3. In welke mate komen de verkeersdoden die in meerdere bestanden gevonden kunnen worden, qua kenmerken (met name vervoerswijze, tegenpartij, wijze van deelname) overeen in die verschillende bronnen?
  4. Welke ontwikkelingen kunnen we in de onderzoeksperiode waarnemen in de wijze waarop verschillende bronnen met informatie over verkeersdoden zich tot elkaar verhouden?

Onderzoeksmethode

SWOV heeft het onderzoek uitgevoerd door bij het CBS, op het niveau van individuele registraties van (verkeers)doden, een koppeling te leggen tussen de Statistiek Verkeersdoden en de bij SWOV beschikbare onderzoeksversie van BRON. Ook zijn andere relevante statistieken over niet-natuurlijke dood, doodsoorzaken en kenmerken van slachtoffers bij het onderzoek betrokken. Hiermee konden bestanden worden gemaakt van registraties die in alle statistieken voorkwamen of van registraties van verkeersdoden die in slechts één of twee van de statistieken voorkomen. Vervolgens is aan de hand van verschillende kenmerken gekeken naar de overeenkomsten en verschillen tussen de resultaten volgens registraties in de Statistiek Verkeersdoden en die volgens BRON.

Onderzoeksresultaten

Uit het onderzoek is gebleken dat BRON vanaf 2012 ook doden bevat die volgens de CBS-statistieken geen verkeersdoden blijken te zijn. Het gaat hierbij in de periode 2012-2016 om circa 2,5% van de in BRON geregistreerde doden, waarvan bijna de helft een zelfdoding in het verkeer bleek te zijn, veelal volwassen mannen als auto-inzittende of als voetganger. De traditioneel berekende registratiegraad van verkeersdoden in BRON is dus eigenlijk te hoog. De werkelijke registratiegraad van verkeersdoden in BRON is lager en bedraagt gemiddeld circa 82%. Vóór 2012 was dit niet het geval omdat het CBS aan Rijkswaterstaat liet weten welke slachtoffers geen verkeersdoden maar bijvoorbeeld zelfdodingen waren. Die terugmelding van het CBS aan Rijkswaterstaat is in 2012 komen te vervallen. Het is gewenst dat niet-verkeersdoden zonder onthullingsgevaar toch weer uit BRON worden verwijderd.

Uit eerder onderzoek is bekend dat verkeersdoden die wel in de Statistiek Verkeersdoden te vinden zijn maar in BRON ontbreken, vooral fietsers en scootmobielers zijn.[2] Ook doden als gevolg van enkelvoudige ongevallen (botsing met een object of ongeval zonder tegenpartij), ouderen en verkeersdeelnemers die later dan de dag van het ongeval zijn overleden, ontbreken vaak in BRON. Dit onderzoek bevestigt die bevindingen. Vooral bij groepen waar deze kenmerken samenkomen is de registratiegraad van verkeersdoden in BRON laag, zoals bij fietsers in eenzijdige ongevallen (zonder tegenpartij); daarvan komt slechts een op de vijf ongevallen in de politieregistratie terecht (18%). Ook van fietsers tegen een object (45%), eenzijdige ongevallen met gemotoriseerde tweewielers (63%) of overige vervoermiddelen (32%), en van voetgangers die onder een trein/tram komen (64%) is de werkelijke registratiegraad van verkeersdoden in BRON erg laag. Het meest compleet is BRON voor verkeersdoden als gevolg van conflicten met bestel- en vrachtauto’s (>94%) en auto-auto (95%).

Verschillen tussen BRON en de Statistiek Verkeersdoden betreffen vooral de vervoerswijze en de tegenpartij; slachtofferkenmerken (geboortedatum, geslacht) verschilden niet of nauwelijks omdat deze als koppelsleutel gebruikt zijn in het onderzoek. Verschillen over de tijd werden er nauwelijks gevonden, behalve dan dat vanaf 2012 BRON ook doden kan bevatten die geen verkeersdoden blijken te zijn.

Uit de aanvullende analyses op de CBS-bestanden is gebleken dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen de Statistiek Doodsoorzaken en de Statistiek Verkeersdoden. Onderzoek naar verkeersdoden dient bij voorkeur plaats te vinden op basis van de Statistiek Verkeersdoden. Daar waar BRON gebruikt wordt voor de analyse van kenmerken die niet of minder in de Statistiek Verkeersdoden beschikbaar zijn (bijvoorbeeld naar locatie of kenmerken van de tegenpartij), is het van belang om te weten dat de verkeersdoden in BRON niet compleet zijn en na 2011 nog een circa 2,5% lagere registratiegraad hebben dan uit een oppervlakkige verschillenanalyse van BRON en de Statistiek Verkeersdoden zou blijken.

Aanbevelingen

We bevelen aan om bij analyses op BRON rekening te houden met de vervuiling van BRON met niet-verkeersdoden. Ook doen we aanbevelingen met betrekking tot mogelijkheden om BRON completer te krijgen en hoe het ontwikkelde onderzoeks­bestand in de toekomst voor verder onderzoek is te gebruiken. Voorbeelden daarvan zijn analyses naar de tegenpartij (conflicttype), het opgelopen letsel dat voor het slachtoffer als bijkomende doodsoorzaak fataal werd, waaronder verdrinkingen, en onderzoekingen naar het type fiets dat sinds 2016 wordt gecodeerd.


[1].   BRON: Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland.

[2].   Aarts, L.T., Broek, L.J. van den, Oude Mulders, J., Decae, R.J., et al. (2022). Achtergronden bij De Staat van de Verkeersveiligheid 2022; De jaarlijkse monitor. R-2022-10A. SWOV, Den Haag.

Road death registration in the Netherlands; Comparing the different source files

SWOV researched the similarities and differences between data on the official number of road deaths (determined by Statistics Netherlands (CBS)) on the one hand, and data of crash registration BRON[1] (based on the police registration and processed by Rijkswaterstaat) on the other. This research is of interest to traffic safety professionals because many road safety analyses are based on BRON, whereas BRON does not contain all fatal crashes, and the fatal crashes in BRON do not necessarily appear in the Road Death Statistics of Statistics Netherlands as well.

Annually, over 142,000 people die in the Netherlands, about 5% of them of non-natural causes. Of these, about 9% (600) die as a result of a road crash. Statistics Netherlands (CBS) records the information on road deaths in the Netherlands in the Road Death Statistics. These statistics are produced by combining various sources in which road deaths occur. We therefore consider the Road Death Statistics to be a reliable determination of 'the real numbers' of road deaths.

In the Dutch field of road safety, it is common practice to use the BRON road crash database for road safety analyses. Road deaths can also be found in this database. The database is based on police-registered road crashes; Rijkswaterstaat compiles the database. One of the sources used by Statistics Netherlands (CBS) to compile the Road Death Statistics is a provisional version of BRON. The details on each crash which are available in BRON are much more comprehensive than those in the Road Death Statistics. However, BRON does not contain all road deaths; the registration is less complete than the Road Death Statistics. This incompleteness must therefore be taken into account when interpreting results obtained from BRON, as well as possible bias.

Relationships between both files

SWOV has further investigated the similarities and differences between road death data in BRON on the one hand and in the Road Death Statistics on the other. We also make recommendations on how to deal with the similarities and differences. For this purpose, we analysed the 2011-2016 data of Statistics Netherlands. During that period, the number of road deaths in BRON was about 84% of the number in the Road Death Statistics; we therefore define 84 % as ‘the registration rate of road deaths in BRON’.

In this study, the following research questions were posed:

  1. Does BRON record road deaths that do not appear in the Road Death Statistics? If so, what is their annual number? Can they be found under another cause of death in the Cause of Death Statistics and Non-Natural Cause of Death Statistics? In that case, what is the external cause? And what are the characteristics of these ‘road deaths’ in BRON?
  2. What are the characteristics of road deaths that do occur in the Road Death Statistics but are missing in BRON?
  3. To what extent do the road deaths that can be found in multiple files correspond in terms of characteristics (particularly mode of transport, crash opponent, traffic participation) across those different sources?
  4. Over the study period, what developments can be observed in the way in which different sources of road death information are related?

Research method

SWOV carried out the study by linking the CBS Road Death Statistics for each individual (road) death to the research version of BRON available at SWOV. Other relevant statistics on non-natural death, causes of death and casualty characteristics were also included in the study. This allowed us to create files of registrations that appeared in all statistics or of registrations of road deaths that appeared in only one or two of the statistics. Then, using various characteristics, the similarities and differences between the results according to registrations in the Road Death Statistics and those according to BRON were examined.

Research results

The study shows that starting in 2012, BRON also includes deaths that CBS statistics do not classify as road deaths. This concerns about 2.5% of the deaths registered in BRON in 2012-2016, of which almost half turned out to be road suicides, mostly adult males as car occupants or pedestrians. Thus, the traditionally calculated registration rate of road deaths in BRON is actually too high. The real registration rate of road deaths in BRON is lower and averages about 82%. Before 2012, this was not the case because Statistics Netherlands (CBS) reported back to Rijkswaterstaat which casualties should not be considered road deaths but, for example, suicides. That feedback from Statistics Netherlands to Rijkswaterstaat was stopped in 2012. It would be better if non-road deaths were once again removed from BRON, but without disclosure of information that is traceable to individuals.

Previous research has shown that the road deaths that can be found in the Road Death Statistics but are missing from BRON are mostly cyclists and users of mobility scooter[2]. Road deaths resulting from single-vehicle crashes (with an object or without a crash opponent), older road users and road users who died later than the day of the crash are also often missing from BRON. This study confirms those findings. Particularly for groups with a combination of these characteristics, the registration rate of road deaths in BRON is low, such as for cyclists in vehicle-only crashes (without a crash opponent); of these, only one in five crashes end up in the police registration (18%). For cyclists crashing with an object (45%), vehicle-only crashes involving motorised two-wheelers (63%) or other means of transport (32%), and pedestrians overrun by a train/tram (64%), the actual road death registration rate in BRON is very low. BRON is most complete for road deaths resulting from conflicts with delivery vans and trucks (>94%) and car-car crashes (95%).

Differences between BRON and the Road Death Statistics mainly concern transport mode and crash opponent; casualty characteristics (date of birth, gender) do not differ much, if at all, because they were used as matching key in the research. Differences over time were hardly found, except that after 2011 BRON may include deaths that turn out not to be road deaths.

Additional analyses on the CBS files have shown that there are significant differences between the Cause of Death Statistics and the Road Death Statistics. Road deaths should preferably be researched on the basis of the Road Death Statistics. Where BRON is used for the analysis of characteristics that are not, or only to a lesser extent, available in the Road Death Statistics (e.g., by location or crash opponent characteristics), it is important to note that the road deaths in BRON are not complete and even have an approximately 2.5% lower registration rate after 2011 than a superficial difference analysis of BRON and the Road Death Statistics would show.

Recommendations

We recommend that analyses using BRON take into account that this source is contaminated with non-road deaths. We also make recommendations regarding ways to make BRON more complete and how the developed research database can be used for further research in the future. Examples include analyses by crash opponent (conflict type), injuries sustained that became fatal as a secondary cause of death, including drownings, and analyses by bicycle type coded since 2016.


[1].   BRON: Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland; Database of Registered Crashes in the Netherlands.

[2].   Aarts, L.T., Broek, L.J. van den, Oude Mulders, J., Decae, R.J., et al. (2022). Achtergronden bij De Staat van de Verkeersveiligheid 2022; De jaarlijkse monitor. R-2022-10A. SWOV, Den Haag.

Rapportnummer
R-2023-3
Pagina's
83
Gepubliceerd door
SWOV, Den Haag

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.