Samenvatting
Deze richtlijn ziet op een aantal delicten betreffende het ongeoorloofd (doen) besturen van een motorrijtuig. Onder deze richtlijn vallen het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid (OBM), na een (gedeeltelijke) ongeldigverklaring, na een van rechtswege ongeldigheid op grond van artikel 123b WVW 1994, na een vordering tot overgifte, alsmede na een invordering of inhouding van het rijbewijs.