Rijgeschiktheid bij gebruik van een bioptische telescoop : een advies tot herziening van de regelgeving.

Auteur(s)
-
Jaar
Samenvatting

Voor het besturen van een auto is de visuele waarneming van essentieel belang. Visuele functiebeperkingen zijn hierbij een beperkende factor. Visuele functies die specifiek worden genoemd in de "Regeling eisen geschiktheid 2000" (de regeling) zijn de gezichtsscherpte (visus) en de omvang van de horizontale gezichtsvelden. Voor rijbewijzen van groep 1 wordt een minimale binoculaire visus, eventueel gecorrigeerd, (doorgaans gecorrigeerd met bril of contactlenzen) van 0,5 vereist. De regeling laat zich niet uit over de mogelijkheid om bij het autorijden gebruik te maken van een bioptische telescoop, een optisch hulpmiddel waarmee de visuswaarde verhoogd kan worden door de afbeelding van objecten op de retina te vergroten. In dit rapport stellen wij voor de regeling aan te passen zodanig dat er duidelijkheid ontstaat over de mogelijkheden om de bioptische telescoop te gebruiken en over de voorwaarden waaronder deze gebruikt mag worden. Tevens geven wij de argumenten waarop dit voorstel is gebaseerd. Het gebruik van een bioptische telescoop maakt het mogelijk dat mensen die een specifiek probleem hebben wat betreft hun gezichtsscherpte, maar overigens goed zien, als autobestuurder veilig aan het verkeer deelnemen waardoor ze minder beperkingen van hun leefpatroon ondervinden en beter kunnen participeren in de maatschappij. (Author/publisher)

Publicatie

Bibliotheeknummer
20101738 ST [electronic version only]
Uitgave

Groningen, Commissie Kooijman, 2006, 16 p., 11 ref.

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.