Rolstoel innovatie : de bijdrage van de infrastructuur van research en development aan innovatie van rolstoelen en rolstoelverstrekking : eindrapport. Deel 2 van de afstudeeropdracht Technische Hogeschool Delft TUD.

Auteur(s)
Govers, J.A.C.M.
Jaar
Samenvatting

Voor deze afstudeeropdracht is een reis gemaakt . door rolstoelenland met als doel te onderzoeken hoe rolstoelinnovatie kan worden bevorderd gegeven het potentieel aan kennis en onderzoek- en ontwikkelingscapaciteit. De reis wordt ingeleid door een overzicht in vogelvlucht van de revalidatiewereld (Hoofdstuk 4). Er komt aan de orde wat 'gehandicapt' betekent, wat voor soorten handicaps er zijn, hoe de populatie gehándicapten er globaal uitziet, wat 'revalidatie' behelst en er wordt wat gezegd over hulpmiddelen. In hoofdstuk 5 wordt het terrein voor het vervolg van de studie beperkt tot bepaalde hulpmiddelen voor ondersteuning en transport van (zeer) zwaar loopgestoorden rolstoelen. Er worden definities gegeven voor "innovatie" en voor "R&D-infrastructuur". Daarna volgt een populatiebeschrijving van de loopgestoorden in Nederland, die wordt toegespitst op hun behoefte aan rolstoelen (hoofdstuk 6). Hier blijkt onder meer, dat het aanbod van rolstoelen niet goed is afgestemd op de behoefte van de gebruikersgroepen die er het meest van afhankelijk zijn. Hoofdstuk 7 gaat over import, productie en verkoop. Het overgrote deel van de rolstoelen wordt geïmporteerd uit West-Duitsland. Op wat voor manieren rolstoelen aan de gebruikers verstrekt worden, wordt behandeld in hoofdstuk 8. De verstrekking van hulpmiddelen voor gehandicapten in Nederland is grotendeels geregeld in de Sociale (Verzekerings)Wetgeving. De meeste loopgestoorden krijgen op een of andere manier een rolstoel als zij die nodig hebben. Meestal in bruikleen. Helaas blijken er allerlei haken en ogen te zitten aan de verstrekkingsprocedures. En kwaliteit en bruikbaarheid, onderhoud en reparaties van de verstrekte rolstoelen laten voor velen te wensen over. In hoofdstuk 9 wordt een beeld gegeven van de R&D-infrastructuur in Nederland op het gebied van hulpmiddelen voor motorisch gehandicapten" met name rolstoelen. Blijkbaar gebeurt er aan erg aan individuele en er zijn aanpassing of worden van op sommige plaatsen ( elektrische) rolstoelen ontwikkeld. Maar het ontbreekt de R&D-infrastructuur aan beleid voor onder zoek en ontwikkeling, gericht op de fundamentele problemen en behoeften. Veelal ontbreekt het ook aan coördinatie en samenwerking. Te weinig kennis en ideeën worden omgezet in producten of verstrekkingsprocedures waar werkelijk behoefte aan is, omdat die werkelijke behoeften niet goed genoeg onderzocht, onderkend of gehonoreerd worden. Na dit beschrijvende deel wordt in hoofdstuk 10 de rolstoelproblematiek geanalyseerd. Dat gebeurt op een modelmatige manier, door te stellen dat er in Nederland een organisatie is die ervoor zorgt dat mensen die dat nodig hebben rolstoelen krijgen. Voor die organisatie worden een intern- en een extern onderzoek uitgevoerd. Deze analyses resulteren in conclusies over de redenen waar innovatie van rolstoelen en rolstoelverstrekking tot nu toe zulke moeilijk te volbrengen processen zijn (hoofdstuk 11). De belangrijkste reden daarvoor is het onvolledig werkende marktmechanisme in deze sector. De rolstoelen worden betaald met gemeenschapsgeld, dat wordt verzameld en doorgegeven aan de verstrekkende instanties. Die kopen de rolstoelen, en geven ze -meestal in bruikleen- aan de gebruikers. Er is heel wat aan te merken op de rolstoelen en de verstrekking ervan. Maar omdat er geen terugkoppelingen zijn van de gebruikers naar producenten, importeurs en leveranciers zijn er aan die aanbodszijde nauwelijks prikkels tot verbetering. De gebruikers hebben geen macht; de verstrekkers bepalen wat er gekocht wordt. De gebruikers voelen zich 'geholpen' en-kunnen eventueel ongenoegen niet omzetten in verbeteringen. Dat is niet alleen erg voor hen, het kost ook vele honderden miljoenen guldens per jaar aan de gezondheidszorg om rolstoelers te behandelen voor decubitus en rugklachten ontstaan door rolstoelgebruik. Bovendien moeten vaak opnamen worden verlengd omdat de rolstoelverstrekking op zich laat wachten. Macro-economisch gezien wordt er enorm inefficiënt gewerkt aan het helpen van mensen met (zeer) zware loopstoornissen door middel van rolstoelen. En dan wordt niet alleen bedoeld het effect op de gezondheidszorg van rolstoelgebruik; de gemiddelde levensduur van rolstoelen is 5 jaar! De kwaliteit van rolstoelen is vaak slecht, er is nauwelijks standaardonderhoud; er moet (te) vaak gerepareerd worden. Na de conclusies over innovatiebelemmeringen worden in hoofdstuk 12 voorstellen uitgewerkt voor innovatiebevordering door beter gebruik van kennis, onderzoek en ontwikkelingspotentieel. Daarvoor worden eerst de doelen geformuleerd aangaande hulpmiddelen voor ondersteuning en transport van (zeer) zwaar loopgestoorden, uitgaande van de wensen van alle belanghebbenden daarbij. Uit die doelen worden voorstellen afgeleid voor onderzoek en ontwikkeling. (Ze blijken lang niet allemaal in de technische sfeer te liggen; een zeer belangrijk ontwikkelingsvoorstel is bijvoorbeeld het ontwikkelen van de behoefte aan betere hulpmiddelen en betere verstrekking ervan van de geldgevers voor rolstoelen en voor de gezondheidszorg.) Vervolgens wordt aangegeven welke instellingen, instanties en groepen mensen een bijdrage zouden moeten geven aan de uitvoering van die onderzoek- en ontwikkelingsvoorstellen, en in wat voor vorm dat zou kunnen. Onderzoek en ontwikkeling op zich ..hebben weinig zin voor een organisatie als zij niet -passen in het totaalbeleid en als er geen uitvoering aangegeven wordt. Daarom wordt tenslotte aanbevolen om voor de organisatie die ervoor zorgt dat mensen die dat nodig hebben rolstoelen krijgen, behalve aan het ontwikkelingsniveau ook aan beleids-, programmerings- en uitvoeringsniveau inhoud en vorm te geven. Daarbij is van groot belang, dat alle belangen optimaal gediend worden en dat de macht zodanig verdeeld wordt dat het beleid ook werkelijk geëffectueerd kan worden. (Author/publisher)

Publicatie aanvragen

6 + 2 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.

Publicatie

Bibliotheeknummer
841197 ST [electronic version only]
Uitgave

Delft, Technische Hogeschool Delft TUD, Tussenafdeling Industrieel Ontwerpen, Vakgroep Bedrijfskunde van de Produktontwikkeling, 1979, 111 + 14 p., 83 ref.

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.