Het SWOV-team voor diepteonderzoek heeft 35 scootmobielongevallen bestudeerd die op de openbare weg plaatsvonden. Deze ongevallen zijn samen te vatten in 4 subtypen met een bijbehorend ‘prototypisch’ scenario. Van de volgende scenario’s is de naamgeving een combinatie van het type conflict en enkele bepalende ongevalsfactoren:
- Scootmobielrijder knijpt gashendel in om te remmen terwijl hij deze daarvoor juist moet loslaten en raakt te water.
- Scootmobiel raakt uit balans na contact met een obstakel of oneffenheid, waarna de scootmobielrijder ten val komt.
- Uitwijkmanoeuvre van de scootmobielrijder voorkomt een botsing maar leidt tot een val uit zijn scootmobiel.
- Overstekende (4A) of rechtdoor gaande scootmobielrijder (4B) komt in botsing met kruisend gemotoriseerd snelverkeer. In het eerste geval (4A) heeft de scootmobielrijder geen voorrang, in het tweede geval (4B) wel.
De scenario’s laten zien hoe dergelijke scootmobielongevallen ontstaan en welke aspecten van infrastructuur, gedrag en voertuig daarbij een rol spelen. Gezien de diversiteit hierin, zal niet één enkele maatregel maar een palet van maatregelen nodig zijn om het aantal ernstige en dodelijke scootmobielongevallen te verminderen. Kansrijke maatregelen zijn onder meer:
- scootmobielen voorzien van een rem waarmee de gebruiker actief kan remmen (Type 1 en 3);
- smalle fietspaden verbreden en krappe bogen herinrichten zodat ze (minstens) voldoen aan de geldende CROW-richtlijnen (Type 2);
- trottoirbanden langs fietspaden verwijderen of markeren en afvlakken (Type 2);
- de stabiliteit van de scootmobiel verbeteren door het voertuigontwerp aan te passen en stabielere scootmobielen te verstrekken (Type 2 en 3);
- scootmobielen voorzien van stuurhoekbeveiliging (Type 3);
- opvallendheid van en zicht op oversteekvoorzieningen vergroten (Type 4A en 4B);
verkeersregelinstallaties (verkeerslichten) conflictvrij regelen en de groentijd van fietserslichten afstemmen op de rijsnelheid van scootmobielrijders (Type 3 en 4B).