Dit rapport beschouwt twee verschillende onderzoeksmethoden waarmee het risico van smartphonegebruik op fietsongevallen kan worden vastgesteld. De vereisten aan deze onderzoeksmethoden – en daarmee ook de haalbaarheid ervan – zijn geïnventariseerd en vergeleken. De eerste methode betreft een case-controlstudie, waarbij ongevalsbetrokken fietsers op de spoedeisende hulp wordt gevraagd naar de omstandigheden en hun gedrag voorafgaand aan het ongeval. De tweede methode is een zogeheten Naturalistic Cycling-studie, waarbij het ‘natuurlijke’ rijgedrag van fietsers tijdens hun dagelijkse ritten continu wordt vastgelegd door camera’s en meetapparatuur op de fiets, dus zowel onder ‘normale’ verkeersomstandigheden als in (bijna-)ongevalssituaties.
Samenvatting