Startprogramma Duurzaam Veilig: monitoring van verkeersveiligheidseffecten, deel 2

Verkenningen voor de opzet van een effectanalyse van individuele maatregelen
Auteur(s)
Bijleveld, Drs. F.D.
Jaar
In het Startprogramma Duurzaam Veilig is een serie van zes maatregelen opgenomen om te komen tot een duurzaam-veilig verkeerssysteem. Dit rapport maakt deel uit van een onderzoek naar de mogelijkheden om effecten van deze maatregelen op de verkeersveiligheid te monitoren. Het rapport bevat verkenningen voor de opzet van een analyse van de effecten van alle zes individuele maatregelen. Het gaat daarbij om een effectanalyse achteraf en deze studie is daarmee een vervolg op het eerste deelrapport, waarin een overzicht is gegeven van de mogelijkheden om een tweetal maatregelen uit het Startprogramma op zo kort mogelijke termijn te monitoren. Wanneer een maatregel effect heeft zal er een verschil bestaan tussen de verkeersveiligheidssituatie op een locatie vóór en na invoering van de maatregel. Er zal een verandering zijn in bijvoorbeeld het aantal ongevallen of slachtoffers van een bepaald type. Voor een analyse van de effecten dienen dergelijke gegevens beschikbaar te zijn. Bij de verkenningen voor een analyseopzet is uitgegaan van de ‘klassieke' landelijke AVV-BG-gegevens. Onderzocht is hoe, op basis van uitsluitend deze gegevens, de gevolgen van de maatregelen op de verkeersveiligheid waar te nemen zijn. Vervolgens is, in een later stadium, onderzocht hoe eventueel gebruikgemaakt kan worden van gedigitaliseerde kaartgegevens van de Topografische Dienst. In het bijzonder is onderzocht hoe gebruik kan worden gemaakt van de wegcategorisering die daarin is aangebracht. In de toekomst is het waarschijnlijk nog aantrekkelijker om locatiegegevens aan het Nationaal Wegenbestand (NWB) te koppelen, zodat deze in een ongevalsstudie meegenomen kunnen worden. Daarmee kunnen dan ook analyses worden gecorrigeerd naar weglengte. Ambitieuzer en kostbaarder is het om de gevolgen van de maatregelen te onderzoeken via een inventarisatie. Een dergelijke aanpak biedt grote voordelen voor het onderzoek. De kans om een werkelijk bestaand effect op een betrouwbare manier aan te tonen wordt aanzienlijk groter als een dergelijke gedetailleerde benadering wordt gekozen. In sommige gevallen zal dit echter, bijvoorbeeld vanwege de soms enorme kosten, niet mogelijk blijken te zijn. Daarom wordt geadviseerd inventarisaties vooral gericht uit te voeren. In principe kan het beste gekozen worden voor een opzet met een steeds oplopende mate van detail. Beginnend op het laagste niveau kunnen eenvoudig te verkrijgen gegevens met regelmatige lange tussenpozen worden verzameld en zo een beeld geven van de ontwikkelingen. Deze gegevens kunnen vervolgens worden verfijnd door gebruik te maken van beschikbare topografische of aan het NWB gekoppelde gegevens. Ten slotte kunnen daar waar nodig gegevens worden geïnventariseerd, waardoor gedetailleerde analyses mogelijk worden.
Rapportnummer
R-2000-19 II
Pagina's
40 + 15 blz.
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.