Streekplan Twente.

Auteur(s)
Goudappel, H.M. & Isbary, G.
Jaar
Samenvatting

Op 17 maart 1965 vond te Alm e lo een bespreking plaats tussen de Burgemeesters en enkele andere vertegenwoordigers der gemeenten Almelo, Hengelo en Enschede en ir. H.M. Goudappel teneinde de mogelijkheid na te gaan om te komen tot een gezamenlijk verkeersplan voor de drie gemeenten. Deze genoemde gemeenten maken deel uit van de zgn. Twentse Agglomeratie, een stedelijk gebied dat thans ca. 270.000 inwoners telt en zich zeer snel ontwikkelt tot een aaneengesloten geheel, vaak aangeduid als de Bandstad Twente. In aansluiting op het genoemde contact met de gemeentebesturen is, op verzoek van het College van Gedeputeerde Staten van Overijssel, op 3 mei 1965 een bespreking gehouden tussen de Directeur van de Provinciaal Planologische Dienst, de Hoofdingenieur-Directeur van de Provinciale Waterstaat en ir. Goudappel. Bij dit onderhoud zijn de mogelijkheden nagegaan om te komen tot een inpassing van de verkeersstudies in de gemeenten in het ruimere kader van het streekplan. Hierbij is vooral de nadruk gevallen op de bestudering van de mogelijkheden voor het (regionale) openbaar vervoer in de agglomeratie. In de navolgende nota wordt een algemene beschouwing gegeven over de mogelijkheden van de verkeersordening in het gebied van de Twentse Agglomeratie. In aansluiting daarop wordt een programma opgesteld voor de uitvoering van onderzoek en analyse en voor het planologisch werk. Tenslotte wordt nog aandacht gegeven aan de organisatie van de verkeersstudie met een globale raming van de kosten. Uitgangspunt voor deze nota vormen een aantal conclusies waarover bij de bovengenoemde besprekingen in principe overeenstemming werd bereikt en die als volgt kunnen worden geformuleerd: 1. De Colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Almelo, Enschede en Hengelo achten het noodzakelijk dat de problematiek van de verkeersplanning in de Twentse agglomeratie als totaliteit wordt benaderd. 2. Daar de samenhang tussen de plaatselijke en regionale verkeersvoorzieningen onverbrekelijk is, verdient het voorkeur dat de drie betrokken gemeenten eenzelfde adviseur belasten met de plannen voor de verkeersordening, zowel in de eigen stad als in de agglomeratie, 3. Het ligt in de bedoeling om bij de bestudering van deze vraagstukken te komen tot een samenspel met de provinciale en rijksinstanties, in het bijzonder in het kader van de ontwikkeling van het Streekplan Twente. De werkzaamheden zijn niet bedoeld als correctie of als tegenwerking van plannen maar dienen ter aanvulling en activering. 4. Van de zijde van de provinciale instanties wordt deze gang van zaken toegejuicht. De wens bestaát om een actief aandeel in de verkeersstudie te hebben. Het aandeel van provinciale zijde zou vooral kunnen liggen bij de regionale problemen, waarbij met name gedacht kan worden aan een plan voor het openbaar vervoer in de agglomeratie. Voorts zou de provincie als vertegenwoordiger kunnen optreden voor de kleinere gemeenten die met de verkeersstructuur c.a. in de agglomeratie direct te maken hebben. Het ligt voorshands niet in de bedoeling om het gehele streekplangebied in de studie te betrekken. 5. Hoewel het vervoer te water een belangrijke rol speelt in het studiegebied zal dit voorlopig buiten de studieopdracht worden gehouden. 6. Het College van Gedeputeerde Staten van Overijssel en de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de drie Twentse steden zien een nota van de zijde van het Adviesbureau ir. Goudappel tegemoet. In deze nota dient een korte uiteenzetting van de werkwijze van de verkeersstudie te worden gegeven. Voorts dient inzicht te worden gegeven op welke wijze een afbakening van het werkterrein van de adviseur in resp. agglomeratie- en gemeentelijk verband kan worden gelegd. (Author/publisher)

Publicatie aanvragen

8 + 2 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.

Publicatie

Bibliotheeknummer
2930 [electronic version only]
Uitgave

[Instituut voor Stedebouwkundig Onderzoek Technische Hogeschool Delft, 1965, 58 p.]

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.